672 26 NOVEMBER 1964, ningen uiteindelijk prettiger waren voor 5 of 6 personen. Nu is het woord "prettig" een zeer subjectief begrip. De ruimte lijke indeling van de woning maakt het zonder al teveel bezwaar mogelijk dat hier 9 personen in worden gehuisvest. Er zijn 4 slaap kamers; spreker neemt aan dat de ouders een slaapkamer gebrui ken en dan blijven nog 7 personen over waarvoor men nog 3 kamers heeft. Er is een zolder, waarop ook nog enige ruimte is om kinde ren op eer behoorlijke wijze te doen slapen. De betreffende uit lating in de nota is echt niet overdreven; in de gedachtengang van de heer Quadekker echter zou ieder kind een aparte kamer moeten hebben. Over de stadsplanning is eveneens een en ander gezegd. De heer Broeders zei te verwachten dat de resultaten van het onderzoek groot nut voor de verdere sanering en ontwikkeling van de stad zouden opleveren. Hiermede is het college het eens. Ten aanzien van het tijdstip van verschijnen van dit rapport kan hij mededelen dat hier wordt gedacht aan half volgend jaar. Hierna kan er over van ge dachten worden gewisseld. Ten aanzien van het door de heer Vis gebezigde woord "Satel lietstad", meent spreker te moeten vragen om dit woord te ver mijden, welke moeilijkheden bij de ontsluiting ook mogen worden ondervonden. De ontsluiting is inderdaad geen eenvoudige zaak, dit is spre ker met de heer Vis eens. Het rs alleen niet zo, dat allerlei voor zieningen al klaar moeten zijn voordat in de Haagse Beemden kan worden gestart. Men is momenteel voor de eerste aanzet gestart met een detailplan. Naar het oordeel van college zijn er voor die aanzet al wel voldoende middelen om de volgende stap te kunnen bereiken. De gedachte van de heer Vis over de monorail is natuur lijk een zeer stoute. Het is spreker niet bekend hoe dat op het budget van de gemeente zou gaan drukken. Hoogstwaarschijnlijk is de monorail ter sprake gebracht om uitte drukken dat er bijzondere aandacht moest wor den geschonken aan de ontsluiting van dit gebied. Spreker verze kert dat burgemeester en wethouders alles zullen doen dat te be werkstelligen. Met degenen die over het verkeer hebben gesproken is spreker het eens dat het verkeer bij tijd en wijle een benauwend probleem is, alsmede het parkeervraagstuk. Verhoudingsgewijs hoeft Breda op dit laatste punt toch niet al te somber te zijn, omdat zeer on langs nog een zeer riante parkeergelegenheid niet al te ver verwij derd van de binnenstad is verkregen. Bovendien wordt momenteel een ondergrondse parkeergarage ge bouwd, die aan ongeveer 300 auto's plaats zal bieden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 672