674
26 NOVEMBER 1964.
Gehoopt wordt dat hierin wordt geslaagd.
Ter ontlasting van de situatie in het noorden van de stad zal
waarschijnlijk nog dit jaar of begin volgend jaar worden begonnen
met het viaduct Kapittelweg, hiertoe is onlangs een krediet goed
gekeurd. Dit staat buiten het hoogspoorplan. De voorzieningen
moeten door de gemeente worden betaald. Het college meent dat
daardoor tijdig enige verbetering in de situatie komt.
Over de waterhuishouding is nog een opmerking gemaakt. Waar
nodig en mogelijk was zijn langs de Aa of Weerijs dammen gelegd,
het wegdek van de Galderseweg is verhoogd enz.
De gemeente heeft nog plannen de singels wat uit te diepen
waardoor de capaciteit wat groter wordt gemaakt. Dit plan moet
uiteraard nog worden ingepast in het totale plan tot beveiliging
van het gehele gebied en kan dus eigenlijkniet eerder worden uit
gevoerd alvorens dit totale plas is opgesteld.
Wethouder VAN BIJNEN zegt dat de beschouwingen welke de heer
Broeders heeft gewijd aan het gemeentelijk apparaat in belangrijke
mate door het college worden onderschreven. De organisatie en
efficiency en alle daaruit voortvloeiende problemen (onder welke
die van afbakening van taken en verantwoordelijkheden, ook in
haar onderlinge verhouding, een plaats moeten krijgen naast be
drijfseconomische vragen) acht het van groot belang.
Hij is van mening, dat ook de hoofden van dienst en de chefs
van afdelingen het inzicht hebben, dat doelmatige werkwijzen en
efficient beheer, steeds meer noodzakelijk worden bij de beperkt
heid van mensen en kapitaal tegen over de zich voortdurend uit
breidende eisen van gemeentelijke voorzieningen.
Na de incidentele onderzoeken, welke in de loop van enige ja
ren hebben plaats gehad, is het college tot het inzicht gekomen,
dat een voortdurende advisering in de eigendienst nodig is. Sedert
1 september 1964 is dan ook een organisatie-adviseur in ambtelijk
verband werkzaam. Ofschoon hiermede nog slechts de mogelijk
heid van een begin is gemaakt mag toch worden gesteld, dat Breda
zich hiermede vooraan in de rij van met haar vergelijkbare ge
meenten bevindt. De belangen van ambtenaren zullen, indien de
activiteiten zich op de juiste wijze ontplooien, niet alleen worden
erkend, maar juist beter tot haar recht komen als gevolg van de
op de doelmatigheid gerichte taakstellingen.
Nadat de organisatie-adviseur zich zal hebben ingewerkt, zal
zijn werkzaamheid worden begeleid door een namens het college
optredende commissie, waarin de personeelorganisatorische aan-