12 FEBRUARI 1964.
66
Indien niet aan deze wens tegemoet gekomen kan worden, dan wil
spreekster voorstellen de verwarmingsbuizen zo te leggen, dat de
bewoners zelf een radiator in de douchecel kunnen laten aanleggen.
Zij begrijpt dat burgemeester en wethouders niet van de goedkope
huur afwillen, maar zij weet niet of Den Haag voor deze argumen
ten zal zwichten en alsnog toestemming zal geven voor het verwar
men van de douchecel door de centrale verwarming.
De heer VAN DER WERFF wil gaarne aan de door mevrouw Van
Mierlo en de heer Spanjer genoemde argumenten nog een tweetal
toevoegen. Bij de warmtestralers bestaat ook nog een factor risico.
Spreker gelooft niet dat deze factor groot is, maar men leest toch
min of meer geregeld dat er mensen getroffen door elektrische stroom
in de badkamer, overlijden. Bovendien is de douchecel de aange
wezen plaats om in het natte jaargetijde de was te drogen. Indien
in deze cel een radiator van de centrale verwarming of een zware
verbindingsbuis is aangebracht is dit een uitstekende gelegenheid
daarvoor.
De heer TER BERG deelt mede dat de afdeling voor openbare
werken reeds een toelichting op dit voorstel van wethouder Ver
meulen mocht krijgen en daaruit begrepen heeft dat burgemeester
en wethouders geen kans zagen een ander voorstel aan de raad te
doen. Hij vindt de thans voorgestelde oplossing gebrekkig gezien
tegen de achtergrond van de andere oplossing die mogelijk ware ge
weest.
Niettemin zou spreker willen vragen of burgemeester en wethouders
een mogelijkheid zien om in overleg met de verwarmingsinstalla
teur en desnoods gebruik makend van het voorgestelde krediet een
aansluiting te maken op het centrale verwarmingssysteem.
Deheer BA YENS zegt dat, indien hij goed geïnformeerd is, ver
schillende gemeenten goedkeuring hebben verkregen voor het aan
sluiten van de douchecellen op de centrale verwarming van woning
wetcomplexen. Hij begrijpt dus niet dat de gemeente Breda de toe
stemming onthouden zou worden.
Wethouder VERMEULEN wil op de allereerste plaats de opmer
king van de heer Spanjer beantwoorden. De heer Spanjer heeft min
of meer gezegd dat de dienst van openbare werken te laat heeft ge
ïnformeerd naar de mogelijkheden en onmogelijkheden voor de
douchecel-verwarming.
Hij wil de raad in herinnering brengen de totale tijd, die er is ge
weest voor de voorbereiding van het plan en hij mag de raad wel
licht ook het moment in de herinnering oproepen waarop voor het
eerst aan d® centrale wijkverwarming werd gedacht. Spreker vindt
het een kwalijke zaak, als iedereen van de raad kan weten wat voor
een enorme inspanning in een zeer korte tijd door de dienst van
openbare werken is verricht.dat thans in het openbaar ter gelegen
heid van dit raadsvoorstel min of meer gesuggereerd wordt dat deze
dienst toch eigenlijk 'in gebreke is gebleven. Met deze opmerking