26 NOVEMBER 1964.
682
Dit doet het beste hopen voor de toekomst. Ditzelfde geldt eigen
lijk ook met betrekking tot de industriële woningbouw, waarom
trent, als spreker de wethouder goed begrepen heeft, op korte ter
mijn een rapport van openbare werken kan worden verwacht.
De wethouder zal uit de algemene beschouwingen wel begrepen
hebben, dat spreker's fractie achter het hoogspoorplan staat en dat
het niet duidelijk is hoe er nu op korte termijn een nieuw goedkoop
plan zou kunnen komen.
Spreker ziet dit ook niet in; hij zou natuurlijk ook gaarne zien dat
een heel goed en heel goedkoop plan snel gerealiseerd zou kunnen
worden, maar ook daaraan zou heel wat tijd moeten worden be
steed, en nieuwe plannen zullen waarschijnlijk zeer vertragend wer
ken.
Wethouder Van Bijnen is spreker zeer erkentelijk voor wat hij
heeft gezegd over de organisatie en efficiency in het gemeentelijk
apparaat.
Spreker heeft gemerkt, dat er misverstanden zouden kunnen be
staan, en daarom verklaart hij, dat hij zeker niet heeft bedoeld te
zeggen, dat de belangen van de ambtenaren eventueel in het ge
drang zullen komen bij het opleggen van financiële beperkingen.
Spreker meent daarentegen, dat een efficiënt doelmatig werkend
gemeentelijk apparaat ook in het belang is van de ambtelijke pro
motiekansen en beloningssituaties. Het lijkt wel gewenst, dat men
attent is bij de uitgroei van het gemeentelijk apparaat en dat men
daarbij let op een doelmatige opzet en een meest juiste organisa
tie. Dat heeft spreker willen zeggenen spreker meent juist uitdruk
kelijk te hebben gesteld, dat hij met de belangen van de ambte
naren in alle opzichten volledig rekening wil houden.
Tenslotte heeft spreker nog slechts een opmerking en dat is de
ze: dat spreker's fractie de voorstellen met betrekking tot Wolfslaar
zeer gaarne zal afwachten.
De heer VIS wil beginnen met aan te sluiten op hetgeen de heer
Broeders heeft gezegd over de verhouding tussen overheid en pers.
Met hem is spreker van oordeel, dat het geen overbodige luxe zou
zijn om een perschef aan te stellen, niet omdat hij van mening is
dat burgemeester en wethouders niet altijd inlichtingen geven. Spre
ker twijfelt geen ogenblik aan de openhartigheid van burgemees
ter en wethouders, zowel ten opzichte van de raad als ten opzichte
van de pers, maar hij meent toch, dat het wel van grote betekenis
zou kunnen zijn als een speciale vakkundige ambtenaar met dit
contact zou kunnen worden belast.
Spreker heeft dit nog eens gemerkt bij de feestelijke ingebruikne
mingvan het centrale verwarmingsgebouw, in de Hoge Vucht, om-