689 26 NOVEMBER 1964. Er kan alleen worden getracht er uit te halen wat er in zit. Maar met de 4,5 miljoen aan eigen middelen moet ook worden gewerkt. Daar staat een hele serie uitgaven tegenover, waarvan de subsidie sector 2i miljoen uitmaakt. Ook dat heeft de gemeente geheel zelf in de hand. Dan vindt spreker het leggen van die relatie eigenlijk nog in het geheel niet zo gek. Nu is door de wethouder wel gesteld, dat het niet integraal vergoe den van lonen en salarissen desastreuze gevolgen zou hebben, met name in de sector van het maatschappelijk werk. Maar in die sec tor wordt voor lonen en salarissen meestal gesubsidieerd naar rato van het aandeel van rijken provincie. Maar op cultureel gebied ligt de zaak wel geheel anders. Spreker zal daar bij dehoofdstuksgewij- ze behandeling nog wel op terugkomen. Het is vaak zo, dat eeninstelling of vereniging een bepaald sub sidie vraagt, en dan wordt begonnen met een startsubsidie. De ver eniging sticht een eigen kantoor of bureau, er wordt subsidie gege ven voor een bepaalde inrichting met een enkele administratieve kracht, maar al gauw ontstaat er een zekere status en wordt het bu reau weer zoveel groter en tenslotte zit men met het betalen van lonen en salarissen van het gehele personeel. Wethouder Meijs heeft opgemerkt, dat niet ongelimiteerd kan worden doorgegaan met het verzwaren van belastingmaatregelen. Daar komt op zeker moment een einde aan. En nu is het maar de vraag wanneer dat moment is aangebroken. Naar spreker 's mening is het al zo, dat de nu voorgestelde belastingverhogingen en tariefs verhogingen moeilijk zijn door te voeren. Uit de algemene beschouwingen blijkt wel dat er ook bij de K. V. P. nog al wat bedenkingen zijn tegen de verhoging van reini- gings- en rioolrechten, terwijl de fractie van de P.v. d. A. noodge dwongen en met schroom zou meegaan en de V. V. D.zowel als spreker's fractie in het geheel niet enthousiast zijn en eigenlijk toch wel het nodige tegengas zouden willen geven door het toepassen van bezuinigingen, met name in de subsidiesector. Wethouder Meijs en wethouder Bastiaensen hebben gewezen op de kritische beoordeling van alle subsidies en dat ook de aanvragers er op worden gewezen, dat zij zo kritisch mogelijk moeten zijn, ge let op de positie van de gemeente en gelet op hun eigen taakstelling. En voorts dat aangedrongen wordt op verhoging van inkomsten in ei gen kring, hetgeen ook in het verleden geregeld is gebeurd. Nu is gezegd dat in de subsidiesector wel degelijk met het rode

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 689