695 26 NOVEMBER 1964. Spreker gelooft, dat dit een plezierige bijeenkomst zou worden, waardoor de raad wat ruimer geïnformeerd zou worden op dit punt van de volksgezondheid, zeker nu deze betreft de jeugdgebitzorg. Eventueel zou men twee deskundigen kunnen doen komen, die een pro- en een contra-man zijn. De suggestie van oriëntering in een bepaalde raadsafdeling wijst spre ker af. Na een dergelijke voorlichting van de raad verwacht spreker, dat men ook wat lichter tegen de kosten per hoofd van de bevolking aan zal kunnen zien, dan de wethouder, in diens wat zwaarwichti ge kostenbecijfering. Het vraagstukvan de ter visie liggende stukken zal door de be reidwilligheid van burgemeester en wethouders nu gelukkig tot een oplossing gaan komen. Als spreker het betoog van de heer Vis mag volgen, dan moet hij zeggen, dat daaruit duidelijk spreekt, dat deze lid is geworden van de Tweede Kamer. Spreker vindt dit toch wel erg prettig, want men leert daaruit een nieuwe manier van debatteren en bovendien krijgt men dan zo af en toe een kijkje in de Haagse keuken. En als dan de heer Vis de 5.000, - aan visjes in het water wil smijten dan komt de teneur van spreker's eigen betoog eigenlijk op hetzelfde neer. Al deze kleinigheden zouden met een grote spons moeten worden uitgeveegd, terwijl de gemeente zich meer met de grote zaken zou kunnen be moeien. Er komt dan wat minder tegenkanting van de zijde van de burgerij, waar ieder op zijn terrein en zijn beurt zijn best doet om er wat van te maken, en waar men in steun van de gemeente een soort stimulans kan zien. Wat de motie van de heer Vis betreft kan spreker zich volledig aansluiten bij de zienswijze van burgemeester en wethouders, hoe wel hij blij is, de nomenclatuur van de heer Vis gelezen hebbend, dat ook burgemeester en wethouders en meerdere fractievoorzitters zich volledig met de strekking en de teneur van de motie kunnen verenigen. Bij de beschouwing van de heer Kroon is de burgemeester van Hilversum te voorschijn gekomen als auteur van de mening, dat de raad controlerend orgaan is, terwijl het bestuur tot de taak van bur gemeester en wethouders behoort. Spreker meent, dat het bestuur van de gemeente bestaat uit burgemeester en wethouders en de raad. Alleen controleur heeft een rare smaak. Spreker denkt hierbij aan de oorlogstijd, toen er zoveel controleurs waren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 695