697
26 NOVEMBER 1964.
Als spreker nu komt tot de beantwoording van de voorzitter en
de wethouders, dan moet hij eigenlijk zeggen, dat hij van de voor
zitter anders gewend is dan nu. De voorzitter was niet zo enthou
siast als anders. Spreker heeft eigenlijk voor ieder betoog een be
paalde nomenclatuur; in dit geval moet hij zeggen: het betoog van
de voorzitter was wat mat.
Dat van de heer Meijs vond spreker wat materialistisch, maar dat
is gewoon. Dat van de heer Bastiaensenwas wat maatgevend, dat is
ook gewoon. Van de heer Vermeulen is het maatvoerend geweest,
van de heerVan Boxtel maatschappelijk, en van de heer Van Bijnen,
gezien de sport, "doel" -matig, maar ook volume-matig.
Sprekende over de verhouding pers en overheid wil hij niet de
term "overspanning" gebruiken, maar dit contact moet een ontspan
ning zijn door wederzijdse inspanning.
Als in verband met de verplaatsing van de kermis ook is gespro
ken over de brandveiligheid dan is dat voor spreker een geheel nieuw
geluid, maar het spreekt hem zeker wel aan in deze binnenstad met
al die huizen, waar de kermisattracties zo dicht bij stonden.
Als er sinds 1959 2000 nieuwe arbeidsplaatsen zijn bijgekomen
is dit opnieuw een pluim op de hoed van de Brim.
Een leuk gezegde was, dat de tuinders zich niet met een recrea
tief kluitje het landschap inlaten sturen. Als nu het groenplan inde
lente komt zou men kunnen zeggen: een nieuwe lente en een nieuw
recreatief geluidje.
Met de heer Broeders is spreker blij, dat de raadsstukken wat an
ders zullen worden verzorgd.
Op dat moment bood er iemand achter de college-tafel de voorzit
ter een sigaar aan, waardoor allen een sigaretje konden opsteken.
Het was een prettige geste, waarvoor spreker evenwilde bedanken.
Als wethouder Meijs zegt: heffing op het inkomen bestaat voor
de gemeente helaas nóg niet, dan wordt het spreker toch wel een
beetje benauwd om het hart. Als dat er nu óók nog bijkwam
De industrie krabt zich al achter de oren, hoe het nu moetin Breda,
maar dan krijgt men met de inwoners hetzelfde. Dat zou toch echt
niet plezierig zijn. Spreker is ook blij, dat burgemeester en wet
houders vinden, dat al die verhogingen zo niet door kunnen gaan;
dat zal de gehele raad wel aanspreken, meent spreker.
De plezierige circulaire over de uitkering over 1960, die weer
met een onplezierig verhaal sloot, wil spreker wel laten voor wat
zij is, als burgemeester en wethouders maar niet een voorstel doen
om nog ergens een verhoging uit te peuteren, gedurende deze be
grotingsbehandeling, want dat gaat écht niet door.