12 FEBRUARI 1964.
68
een soort discriminatie heeft toegepast, dan kan de raad er van over
tuigd zijn dat burgemeester en wethouders daarover ter bevoegde
plaatse hun misnoegen kenbaar zullen maken.
In deze situatie moet de raad echt niet van burgemeester en wet
houders vragen om de zaak terug te draaien. Het plan loopt en er
moet gezorgd worden dat deze woningen zo snel mogelijk gereed
komen. De gemeente krijgt verwarmde woningwetwoningen waar
bij misschien nog meer ideaal geweest zou zijn als ook de douche
cel verwarmd zou zijn.
Met betrekking tot de warmtestralen meent spreker toch te moeten
opmerken, dat de capaciteit van deze apparaten wordt onderschat.
Persoonlijk verkeert hij in de situatie, dat hij in een niet centraal-
verwarmd huis woont, zodat hij zich ook met een warmtestraler
in de douchecel moet behelpen. Zonder de warmtestraler twee uren
tevoren aante zetten kan hij zich in elk jaargetijde heerlijk douchen.
In deze huizen zijn de omstandigheden slechter dan in centraalver-
warmde huizen.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
9. BESLUIT INGEVOLGE ARTIKEL 35, LID 1, WONINGWET VOOR
PERCELEN POOLSEWEG.
10. KREDIET STRAATVERLICHTING BEETHOVENLAAN EN OM
GEVING*
11. KREDIET DOORTREKKING CLAUDIUS PRINSENLAAN.
12. KREDIET RECONSTRUCTIE GEDEELTE POOLSEWEG MET DOOR
TREKKING BLAUWE KEI.
13. SUBSIDIE VERHOGING 1964. T.B.V. WERK VOOR HUISHOU
DELIJKE - en GEZINSVOORLICHTING.
Overeenkomstig de voorstellen wordt besloten.
14. JAARREKENING 1962/1963 VAN HET GESTICHT VOOR R.K.
OUDE VROUWEN.
De heer VAN CASTEREN zou gaarne willen weten, hoe de rela
tie tussen de gemeente en deze stichting precies ligt. De jaarreke
ning wordt elk jaar aan de raad voorgelegd, terwijl, naar hij meent,
de regenten door de raad benoemd worden.
Op grond van het feit dat spreker aanneemt dat er dus een relatie
is meent hij dat het hem ook gepermiteerd is dat hij een opmer
king maakt over het vrij aanzienlijk vermogen, dat deze stichting
beheert. Hij zou daarom aan burgemeester en wethouders willen
vragen of het op hun weg ligt bij de stichting te informeren of zij
in de naaste toekomst plannen hebben met dit vermogen. Het is