701 26 NOVEMBER 1964, maakt gaat worden, enwanneer de wethouder stelt: daarover heb ben de gemeentebesturen overleg gepleegd, dan komt spreker weer met de vraag: wat is een gemeentebestuur? Spreker dacht, dat het de raad mèt het college van burgemeester en wethouders, of het college mèt de raad was.' Spreker bedoelt niet: ik had hierin wat moeten zeggen, maar hij had wel graag eniginzicht gehad, en hij meent niet, dat dat teveel gevraagd is, Als dan gesteld wordt, dat dekoppelbouw voorrang moet hebben boven de bouw van het ene huisje, dat de heer Quadekker bedoelt, wil spreker nog even herhalen, wat hij heeft gezegd: "een of meer dere huizen, dat kunnen er ook wel tien zijn, die dan op een be paald ogenblik achtergesteld worden". En bewust en noodzakelijk op de koppelbouw. Dat is natuurlijk niet iets, dat men op de duur kan blijven verschuiven. En daar heeft spreker eigenlijk op gedoeld. Spreker wil nu nog even terugkomen op de kwestie Prinsenbeek. In de vergadering van december krijgt de raad eenvoorstel inzake schadevergoeding te behandelen; er blijken dus toch wel financiële consequenties te zijn. Daarom gelooft spreker dat het goed is, wanneer de raad ook bij de voorbereiding van het detailplan en de eerste aanzet een beetje in zicht krijgt in de affaire. Dan komt spreker aan de woningen met 9 bewoners. De wethou der vindt "prettig een relatief begrip, dat is het ook. Al deze woor den hebben relatieve betekenis. Maar in het antwoord op het cen traal rapport wordt gesproken over 1132 woningen, geschikt voor bewoning door 9 personen. Daarop wil spreker zeggen, dat deze woningen niet "leefbaar" zijn voor 9 personen. Ze zijn "slaapbaar" voor 9 personen, en dan niet meer dan op een "baar", want meer ruimte is er niet. Spreker kan zich voorstellen, dat niet ieder kind een eigen slaapkamer moet hebben, maar dat veronderstelt hij ook niet. Maar als er gezegd wordt: die ene kamer kan als slaapkamer wor den ingericht en dan is er nog een zolder, waarop nog keurig enige kamers kunnen worden gemaakt, dan stelt spreker zich voor, dater in het gemeentehuis wel 7000 mensen kunnen slapen, maar daar is het écht niet voor ingericht. Maar het is dan ook niet prettig" meer. Van het hoogspoor plan wil spreker erkennen, dat dit met alge mene stemmen is aangenomen. Uiteraard is het niet vreemd, wanneer er op enig momenteen sug gestie wordt gedaan om iets te bedenken om de kosten te beperken. Maar de wethouder zegt: van die 40 miljoen zijn er maar 10 mil joen voor Breda, en die andere 30 miljoen probéren we elders te krijgen. Zo is het ook gesteld met de afvoerleiding naar Moerdijk,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 701