26 NOVEMBER 1964.
706
Het te vroeg opnemen van ruimte in de begroting voor de con
gres- en tentoonstellingshal is een gevolg van het uitblijven van
rijksgoedkeuring. Deze ruimte is evenwel voor dit doel gereserveerd
gebleven.
De heren Kroon en Quadekker hebben gesproken over de kleinere
subsidies. Het betreft hier alleen verenigingen en stichtingen van
landelijke, niet van plaatselijke, aard. Als het om plaatselijke in
stellingen ging, zouden de spierinkjes inderdaad misschien nogeen
kabeljauw op kunnen leveren.
Dat is evenwel niet te verwachten; bovendien is dit alles serieus
bezien, al heeft het dan niet zoveel opgeleverd. Burgemeester en
wethouders zijn niet ongenegen om debetrokken lijst van geschrap
te subsidies de revue te doen passeren in de afdeling voor de finan
ciën, eventueel aangevuld met de fractievoorzitters, die geen lid
zijn van deze afdeling.
De heer MELZER: dan wordt het een "Vis" -college.
Wethouder MEIJS heeft de heer Kroon horen spreken over ver
schuivingen in de begroting, Datis inderdaad juist. Het is niet mo
gelijk over te gaan tot verminderingvan bedragen, maar door ver
schuivingen blijft de eindsituatie van de begroting hetzelfde. Iets
dergelijks zou kunnen gebeuren als zich onvoorzien urgente geval
len zouden voordoen, dieniet in de begroting zijn geraamd. Minder
urgente zaken zullen dan plaats moeten maken.
Men kan het erover eens zijn, dat belastingen niet ongelimiteerd
verhoogd kunnen worden.
De toekomst zal moeten leren wanneer in dit opzicht de grens be
reikt is.
Verdere verhoging zou in de toekomst noodzakelijk kunnen blijken,
maar burgemeester en wethouders doen dit liever niet.
De heer Kroon heeft gesproken over bezuinigingin de subsidie
sector. Dit is echter alleen maar mogelijk, wanneer reëel wordt
aangegeven, waarop dan moet worden bezuinigd.
De heer Melzer heeft gevraagd om tijdige en duidelijke voor
lichting ter zake van de komst van het aardgas. Spreker kan hier
bevestigend op antwoorden. Er is al de beschikking over de nodige
documentatie op dit punt.
Voorts heeft de heer Melzer bezwaar tegen de verhoging van de
bouwleges, dit met het oog op beperking van de bouwkostenstijging.
He.t is evenwel niet zodat de gestegen bouwkosten op zich voldoende
verhoging van de opbrengst van de bouwleges tot gevolg hebben,
temeer niet omdat het tarief degressief is.