709
26 NOVEMBER 1964.
Daarnaast heeft spreker gesteld: barakken zullen er nodig zijn, wan
neer het onverhoopt met de systeembouw niet zo snel zou gaan als
wenselijk is. En die zullen ook nodig zijn, wanneer voor het kleu
teronderwijs niet de gewenste toewijzing van lokalen zal plaats heb
ben. Spreker hoopt hiermede duidelijk te zijn geweest. Aan de ba
rakken komt welstandstoezicht niet te pas, omdat dat een zaak is
van tijdelijke aard.
Wethouder MEUS wilde nog iets rectificeren aan het adres van
de heer Vis.
Wat de congreshal betreft geldt, dat de eerder uitgetrokken bedra
gen zijn toegevoegd aan de saldireserve.
WethouderVAN BOXTEL wil nog enige opmerkingen maken over
de fluoridering van drinkwater en daarbij de sprekers in volgorde
volgen.
De heer Broeders was meer aangesproken door de in tweede in
stantie aangegeven argumenten dan door die, welke hij in de me
morie van antwoord vond. Spreker meent, dat er gerust iets ter be
spreking kan overblijven. Spreker is persoonlijk niet afkerig van het
idee om een oriëntatie te doen plaats vinden in de afdeling voor
sociale zaken van de raad. Spreker wil daar echter wel twee voor
waarden aanverbinden, namelijk deze: in deeerste plaats, dat over
die gedachte unanimiteit in het college van burgemeester en wet
houders kan worden gevonden, en dan dat erkend moet worden, dat
de plaats, die de afdeling inneemt dezelfde blijft nl. dat het hier
een commissie van voorbereiding betreft, en niet een commissie
van bijstand.
Spreker wil de heer Broeders gaarne toezeggen, dat er geen spra
ke van zal zijn, dat de raad wordt overdonderd met een of ander
besluit; deheer Quadekker vreest dat niet eens, omdat er zelfs niet
overijld gehandeld wordt. Er zal wederzijds overleg zijn en daarin
past zeer goed de gedachte aan een informele raadsvergadering.
Maar daarvoor is het moment nog niet gekomen.
Spreker weet niet of burgemeester en wethouders de niet-geïnfec
teerde deskundige, waarop de heer Quadekker heeft gedoeld, zul
len vinden, want dat zal dan een niet-gefLuorideerde deskundige
moeten zijn. En die bestaat er naar spreker's mening niet.
De opmerkingvan deheer Quadekker ter zake van de kosten van
de fluoridering tendeert in de richting van een bijdrage uit de alge
mene middelen.
Spreker hoort de protesten daartegen al komen; het lijkt geen ge
zonde wijze van financieren. Het zal echt wel een kwestie worden
van toerekenen aan de consument en als er dan een gebaar is ge
maakt naar de industrie, is dit bepaald niet een kwestie van wel-