26 NOVEMBER 1964. 710 willend of vriendelijkheid, maar een kwestie van zakelijke rede nering, omdat de industrie bepaald geen voordeel uit een derge lijke zaak geniet. In het gunstigste geval is het alleen maar geen nadeel. Dan moet men bij deze ondernemingen niet aankomen met financieringspro blemen. Dat zou bepaald irreëel zijn. Spreker prijst de vasthoudendheid van de heer Vis ten aanzien van zijn suggesties op dit punt, maar zij schrikken spreker toch wel wat af. Het lijkt spreker in strijd met effectief besturen. Zou men nu een uitspraak doen ten principale, en laat de uitvoering dan ja ren op zich wachten, dan wordt het een zaak van frapper-toujours, en krijgt men zo de indruk van: houdt nu maar vol, dan komt het er wel. Spreker gelooft niet, dat dat de meest juiste aanpak en be nadering van deze zaak is. Het bespoedigt dus de uitvoering ook niet. Spreker gelooft, dat dit op een andere wijze moet worden gebracht, maar hij is niettemin bereid ook deze gedachte in zijn overwegingen te betrekken en deze nog eens opzijn eigen merites te bezien. Spreker wil tenslotte nog wijzen op de mogelijkheid van kentering in de opvattingen over de fluoridering. Ten aanzien van de volkshuisvesting heeft spreker bij alle frac tievoorzitters instemming geconstateerd. Spreker wil evenals de heer Broeders het effect van de voorgenomen maatregelen afwach ten. Spreker wil wel op voorhand zeggen, dat men zich niet moet wijsmaken, dat er aan dit systeem geen bezwaren zouden zitten. Die zijn nu al wel bekend en moeten in het beleid worden verdis conteerd. Reeds nu klinken er al bezwaren door uit bepaalde ge deelten van de stad, bezwaren, die op zich wel reëel zijn. Maar aan de andere kant moeten deze bezwaren onontkoombaar worden geacht, want uiteindelijk duiden deze op de juistheid van het be leid. Hoe men ook een huisvestingsbeleid inricht, men zal altijd wel iemand treffen. Het beleid zal moeten worden gericht op een si tuatie, zoals die zou ontstaan bij een totale vrije woningmarkt. Hetgeen burgemeester en wethouders nu voorstaan is daar het meest op gericht. Dat is althans de voorlopige overtuiging. De meer po sitieve benadering, die de heer Quadekker vraagt ten aanzien van de doorstroming is spreker uit het hart gegrepen. De doorstroming zal burgemeester en wethouders zeer ernstig en zeer actueel bezig houden. Spreker is ook wat dat betreft van plan zich een "doorstroomappa- raat" aan te schaffen. Daarom is er onlangs een bespreking gearrangeerd met de betrok ken ambtenaren van diverse diensten om de achtergronden van het nieuwe beleid nog eens duidelijk te maken, zodat vanuit die geest kan worden gehandeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 710