711 26 NOVEMBER 1964, Spreker wil er de heer Quadekker nog even op wijzen, dat hij niet heeft gesproken over ondermaatse gezinnen, hij kent dit be grip niet. Spreker meent te hebben gesproken over een ondermaat se bezetting van woningen. Het gaat daarbij dus over een geringere bezetting dan de capaciteit van de woning is. De bezettingsgraad, zoals men die ook in de statistieken vindt, zal dan wat dalen. Dat is een consequentie, die men dan maar voor lief moet nemen. Ten aanzien van de huisvesting van beroepsmilitairen is er ge regeld contact met de militaire instanties. Deze weten zeer goed waar men aan toe is. Er is al eens voorgerekend, dat deze al meer dan 90 gezinnen bo ven hun begroting waren, maar met hun belangen wordt vanzelf sprekend rekening gehouden. Voor officieren moet uiteraard rekening worden gehouden met de huurnorm van n{°lo en spreker dacht dat dat reëel was. Overigens is met de militaire autoriteiten meer dan eens uitgesproken, dat niet alle consequenties van een bijzonder mobiel huisvestingsbe leid van de centrale overheid in dit opzicht mogen worden afge wenteld op de gemeentelijke autoriteiten. Wethouder VERMEULEN heeft van de heer Broeders begrepen, dat hij met het bouwbeleid van burgemeester en wethouders akkoord kan gaan, en dat het na de uiteenzetting van burgemeester en wet houders duidelijk is geworden, dat het onmogelijk is voor de men sen met de laagste inkomens nog nieuwbouw te stichten. Het nieuw- bouwbeleid kan eigenlijk alleen maar worden gespeeld met het doorschuiven naar degenen, waarover wethouder Van Boxtel zojuist heeft gesproken. In ieder geval is het inzicht in de bouwsituatieveel duidelijker dan jaren het geval is geweest; er zijn nu inderdaad nieuwe moge lijkheden en nieuwe vooruitzichten. Maar spreker wil toch ander zijds de raad niet onthouden, dat dit uiteraard geldt in de woning wetsector. In de vrije- en in de premiesector kunnen de rentestijging en de voortdurende kostenstijgingen toch altijd nog remmend werken, los van de beschikbare produktiecapaciteit. De prijsverschillen, die daardoor op korte termijn ontstaan, kunnen de kooplust nog wel eens gedegen afremmen. De raad zal zo spoedig mogelijk worden ingelicht over de indu striële bouw. Er zijn in totaal maar 2000 dergelijke woningenvoor Noord-Brabant, Zeeland en Limburg beschikbaar en spreker heeft zo het idee dat meerdere gemeenten achter deze contingenten aan jagen. Er zal inderdaad voor moeten worden gezorgd er zo snel mogelijk bij te zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 711