26 NOVEMBER 1964. 716 De heer Quadekker heeft in verband met de koppelbouw ook nog gesproken over bouwplannen tot bijvoorbeeld 10 woningen. Spreker heeft in eerste instantie al gezegd, dat burgemeester en wethouders terdege rekening houden met de belangenvan de kleinere bouwon dernemers. Deze zijn unaniem van mening, dat er ter zake van het overleg over de bouw een duidelijke verbetering is waar te nemen, zij het dan dat er, ook naar ons oordeel, onvoldoende contingent is om de continuïteit voor de volle 100% te garanderen. Alle kleine Bredase bouwers zijn in het overleg betrokken en alle Bredase bouwers krijgen gelegenheid om te bouwen. De tegenstelling, die de heer Quadekker meende te moeten signaleren, is in de praktijk in veel mindere mate aanwezig dan hij heeft verondersteld. Dan heeft de heer Quadekker gesproken over "prettige" wonin gen, en gezegd, dat zo'n woning "slaapbaar" is voor 9 personen. Spreker kan het daar wel min of meer mee eens zijn, maar men moet er toch wel bij bedenken, dat bij gezinnen van een dergelij ke omvang veelal wel wat kleinere kinderen voorkomen, waarbij de moeilijkheden in dit opzicht danvaak minder groot zijn danwan- neer het om 9 volwassenen zou gaan. Spreker zou mèt de heer Quadekker wensen, dat het mogelijk was om een grotere woning te bouwen, maar er zijn toch eigenlijk ook een groot aantal mensen, die een huur van 23, - per week of meer niet kunnen of niet willen betalen. Men moet er hierbij van uitgaan, dat een 9-persoonswoning, zoals die op het moment wordt gebouwd, het optimale nut geeft van de woningwetbijdrage. Dit is dus in verhouding de goedkoopste woning. Als er minder slaap kamers worden gemaakt is zij duurder, en met meer slaapkamers wordt zij verhoudingsgewijs goedkoper. Spreker is tenslotte van mening, dat ten aanzien van deze woningen niet kan worden gezegd, dat ze onbewoonbaar zijn, ook al worden ze door gezinnen van 9 personen bezet. WethouderVAN BIJNEN heeft de heer Broeders horen sprekenvan een misverstand. Spreker gelooft, dat er tussen burgemeester en wet houders en de heer Broeders geen misverstand is over een zo groot mogelijke efficiency, en tegelijkertijd zo groot mogelijke zorg voor het personeel. Spreker gelooft, dat het zelfs mogelijk is een zo groot mogelijke efficiency te betrachten om daar nog voordeel voor het personeel uit te halen. Spreker gelooft dat daarover wel overeen stemming kan bestaan. Spreker heeft begrepen, dat zowel de heer Broeders als de andere fractievoorzitters geen bezwaar hebben tegen het voornemen dat de gemeente Wolfslaar als recreatiebad zelf gaat exploiteren. De heer Vis heeft gesproken over kleine sporthallen en gymna stieklokalen, over de ruimte in het investeringsschema en over de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 716