26 NOVEMBER 1964. 718 De heer VIS wil hier gaarne gevolg aan geven. Hij kan er vre de mede hebben, dat de strekking van zijn motie wordt omgezet in een adres, opgesteld door burgemeester en wethouders, bijge staan door deskundige ambtenaren, waardoor meer nog dan het spre ker mogelijkwas, kan worden gewezen op de Bredase situatie. Spre ker zou alleen nog willen vragen hoe de voorzitter de procedure ziet. Spreker zelf nad gedacht, dat een dergelijk adres in de afde ling voor de financiën en het seniorenconvent, zou kunnen worden besproken, tezamen met de "kleine subsidies", waarna het adres aan de raad ter beoordeling zou kunnen worden gezonden. De VOORZITTER kan zich hier wel bij aansluiten, behoudens ten aanzien van het seniorenconvent, dat hij meer een gezelschap acht om op kritieke momenten door de burgemeester bijeen te wor den geroepen. Spreker weet niet of dit nu wel het geval is. Spreker wil overigens het concept gaarne in het door de heer Vis gedachte milieu doornemen. De heer VIS vraagt of het concept daarna aan de raad ter be oordeling zou kunnen worden voorgelegd. De VOORZITTER meent, dat de afdeling voor de financiën zou kunnen worden gehoord, waarna de brief aan deraad ter kenniszou kunnen worden gebracht. Dienovereenkomstig wordt besloten. Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering te 23.30 uur met het gebruikelijke gebed. De De voorzitter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 718