27 NOVEMBER 1964, 727 dat er een portier zal moeten komen, doch hij wil daarop nu niet vooruitlopen. Eerst zal de directeur daarover moeten adviseren. Als vaststaat dat er een portier nodig is, zal er ook wel een plaatsje voor hem gevonden worden. Dit behoeft niet met de bouw te worden gecombineerd, doch kan er geheel los van worden gezien, Hoe lang de verbouwing zal duren is nu nog niet te zeggen, omdat nog niet eens bekend is wanneer met de bouw zal kunnen worden begonnen. Indertijd is aan spreker toegezegd, dat de rijksgoedkeuring in het 3e kwartaal 1964 verwacht mocht worden. Nu zitten we echter reeds in het 4e kwartaal en de rijksgoedkeuring is er nog niet. De ver bouwing zelf zal ongeveer twee jaar vergen. De heer VAN CAULIL zegt, dat er een vraag gesteld is over de tariefsverhoging en dat er geantwoord werd, dat begin 1965 een voorstel zal worden gedaan tot tariefsverhoging. Spreker kan zich voorstellen, dat er een tariefsverhoging komt voor de keuringsdienst, dus voor Breda en de aangesloten gemeenten, of voor de slachthuis- kosten en de keurlonen die er in zijn verwerkt, Hij vraagt of de ta rieven van de keuringskring worden verhoogd en zo ja of ze in de juiste orde van grootte zullen worden verhoogd, zodat de kring zich zelf kan bedruipen. Wethouder MEIJS zegt, dat er binnenkort aan de raad eenvoor- stel zal worden gedaan tot verhoging van de tarieven van de keu ringskring, omdat uit de kostenbecijferingis gebleken, dat de kring zich niet volledig bedruipt. In het antwoord op het centraal rapport is reeds gezegd, dat de keuringskring los gezien moet worden van het slachthuis als zodanig. De winst, die in het verleden gemaakt is, is gereserveerd, doch doordat het aantal slachtingen de laatste jaren is teruggelopen is de reserve aangesproken moeten worden en wel zodanig dat, indien niet tot tariefsverhoging zou worden over gegaan, er een nadelig saldo zou ontstaan. Hierna wordt de begroting voor het slachthuis vastgesteld. OPENBARE WERKEN. WONINGBEDRIJF A. De begrotingen worden zonder beraadslagingen vastgesteld, WONINGBEDRIJF B. Mevrouw VAN MIERLO vraagt hoe hoog de inkomensgrens is, bo ven welke geen goedkeuring voor de verkoop van woningwetwonin gen wordt gegeven. Wethouder VERMEULEN antwoordt, dat de inkomensgrens 9.750, -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 727