733 27 NOVEMBER 1964. Het paal en perk stellen aan het rijden door rood licht en andere krankzinnig gevaarlijke manoeuvres lijkt spreker alleszins gewenst. Hij wil het college graag steunen bij zijn activiteit tot het in ge bruik nemen van allerlei elektronische apparatuur e. d. De politie maakt spreker een compliment en speciaal brengt hij hulde aan de verkeerspolitie, die o. a. optreedt bij het corso te Zundert, bij voetbalwedstrijden e. d.Het lijkt hem ook op zijn plaats de stille bureauwerker in de hulde te betrekken alsmede de recherche, die door vasthoudendheid snel succes boekte ten aan zien van de vernielingen in de Jan Ligthartschool. Dit laatste doet hem vooral deugd, omdat daardoor allerlei ongemotiveerde maar wanstallige geruchten meteen de kop ingedrukt worden. Door het college is gesteld, dat de jonge agenten begeleid en in gewerkt worden door een mentor-agent. Dit lijkt spreker een goe de procedure, waarmee hij de voorzitter en de commissaris gaar ne wil complimenteren. Hij vraagt of de mentor-agent daarvoor een vergoeding krijgt, omdat het in zekere zin een verzwaringvan zijn taak betekent, ofwel of hij daardoor automatisch in staat is om hoger in carrière te komen. Gelukkig zegt spreker hebben we hier niet een situatie zoals in Den Haag, waar de burgers op straat worden aangevallen, terwijl andere wat slaperig toekijken. De ongunstige cijfers over de openbare vei ligheid geven toch wei reden voor enige kritiek op de politie maar meer nog op de burgers. Aangifte op korte termijn van exhibitio nisme of aanrandingspogingen acht hij bepaald een burgerplicht. Natuurlijk is er een groep die zich daarvoor geneert. Voorlichting door de politie of wederom via een advertentie-campagne of an derszins acht spreker een goed middel om te trachten de stad zo schoon mogelijk te krijgen. Laat ieder zijn drempelvrees voor de politie overwinnen zegt hij, om zodoende de burger zoveel moge lijk betrokken te laten geraken bij het zindelijk krijgen van de stad in elk opzicht. Inde tijd, dat hij nog op de publieke tribune vertoefde, heeft spre ker bij de begrotingsbehandeling bijzonder knappe aanvallen en even geslaagde verdedigingen over volgno. 152 c beluisterd, Aan gezien hij op dit punt niet met nieuwe gezichtspunten kan komen, vraagt hij aandacht voor de praktijk, die meestal gegrond is op het antwoord van het college op het centraal rapport. Als hij goed is ingelicht knipt de zuidelijke filmkeuring nooit, terwijl dit toch door de burgerij wordt verondersteld, maar verhoogt in een aantal gevallen wel de toegangsleeftijd. Het enige wat naar zijn mening hier bevorderd wordt is het overtreden van de bepalingen, Er gaan te Breda meer jongeren naar films, die zij volgens plaatselijke richtlijnen niet zouden mogen bezoeken, dan het college zich voorstelt. Controle op de leeftijd is in ons land werkelijk onmogelijk ofvrij- wel onmogelijk, omdat iedereen hier zonder persoonsbewijs of carte d'identité rondloopt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 733