27 NOVEMBER 1964. 739 Verder meent hij, dat door het college is toegezegd, dat deze posten de z. g. spierinkjes van de heer Vis, nog nader zouden wor den bekeken in het senioren-convent. Wethouder MEXJS zegt, dat ze nog in de financiële commissie zullenworden gebracht om begrip te krijgenvoor de reden, waar om het college gemeend heeft deze posten te moeten schrappen. De heer VIS zegt, dat niet te kunnen accepteren. De VOORZITTER zegt, dat de raad op het ogenblik toch niet kan verwachten, dat nu voor al die geschrapte posten incidenteel een uitzondering gemaakt kan worden. Dat zou alleen per motie van de raad kunnen. Hij wil het zo stellen, dat het hier gaat om een groep maatregelen, die onder dezelfde noemer vallen en dat daar later ter informatie over gepraat kan worden. De heer KROON zegt toch wel degelijk begrepen te hebben en met hem de heer Vis en hij meent ook wel de hele raad, dat het de opzet is geweest, dat deze posten voorlopig in de begroting zouden terugkomen en dat de raad er dan over zou kunnen praten. DeVOORZITTER zegt, dat aangezienal deze posten onder de zelfde noemer zijn begrepen en terecht, de raad zich ten princi pale zou moeten uitspreken over die redenering. De heer KROON zegt, dat het gevoelen van de raad op dit punt naar zijn mening toch wel anders is. Hij wil daarom voorstellen om de post van ongeveer 25 subsidies tot een totaal-bedrag van 5000, - terug te brengen in de begroting. DeVOORZITTER zegt, dat goed te vinden mits de raad de mid delen ter dekking aanwijst. De heer KROON meent, dat dat niet de taak is van de raad. Als de raad deze 5000, - aanneemt, dan ligt het op de weg van het college om daarvoor te trachten dekkingsmiddelen te vinden. De heer ZIJTREGTOP vraagt of het niet zo is, dat het uitgangs punt van het college geaccepteerd werd n. 1. posten waarmee niet direct Bredase belangen worden behartigd buiten de begroting te houden en dat daarna in overleg tussen het college en het senioren convent zou worden nagegaan of mogelijk het oordeel van het col lege ten onrechte is geweest. De heer MEIJS zegt, dat dat niet te doen is, omdat dan de be groting niet meer sluitend is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 739