27 NOVEMBER 1964.
743
Het college wil deze maatregel niet nemen, dan nadat in de prak
tijk is gebleken, dat daaraan behoefte bestaat. Als aan de hand
van tellingen blijkt, dat op bepaalde plaatsen steeds auto's staan en
als tevens blijkt, dat deze auto's toebehoren aan kort-parkeerders,
dan heeft het weinig zin om op die plaatsen parkeermeters te plaat
sen, Een punt waaraan momenteel gedacht wordt om er parkeer
meters weg te zetten is bij het postkantoor aan de Oude Vest, om
dat daar helemaal geen plaats is voor bezoekers van het postkan
toor om even hun wagen te parkeren.
Evenals verschillende andere sprekers, vindt de wethouder de si
tuatie op het Stationsplein een levensgroot probleem, waarin met
parkeermeters wel enig soulaas geboden kan worden. Dit zal echter
niet de oplossing van het probleem betekenen. Het moeilijke in
deze zaak is, dat de ruimtelijke situatie daar zo weinig moge
lijkheden biedt.
Er wordt over een plein gesproken, doch in feite is het niet meer
dan een brede straat. De stadsbussen kunnen niet ver van het sta
tion geplaatst worden omdat dan de contact-noodzakelijkheid met
de spoorwegen verloren gaat, hetgeen niet aanvaardbaar is. Het
college hoopte met het hoogspoor daar enig soulaas in te krijgen,
doch het Stationsplein op zich zal er niet zoveel ruimer op wor
den. Wel wordt de mogelijkheid onderzocht om aan de noordzijde
van het station een personenuitgang te krijgen, hetgeen belang
rijk zou zijn voor de wijken in het noorden van de stad. De toe
voervan personen uit de noordelijke stadswijken zou dan niet meer
via het Stationsplein behoeven te gebeuren. Ook zal onderzocht
worden of het mogelijk is de stadsbussen een standplaats te laten
innemen op het terrein, dat nu gedeeltelijk braak ligt en waarop
ook nog een leerlooierij staat.
Met de heer Mendes is spreker het eens dat op ambtelijk niveau
heel wat op verkeersgebied gebeurt. De heer van Katwijk van de
dienst van openbare werken toont zich zeer actief ten aanzien van
alle verkeersproblemen in de stad. De heer Koertshuis heeft ge
suggereerd de straten breder en de trottoirs smaller te maken en
het groen op te ruimen. Spreker gelooft niet dat het verstandig zou
zijn dit zonder meer te doen. In het onlangs gereedgekomen uit
breidingsplan Geeren Zuid zijn verkeersstraten en de woonstraten
staan daar loodrecht op. De woonstraten zijn smaller en er is groen
aangelegd en ze zijn bewust niet bedoeld als verkeersstraten.
Als aan het door de heer Koertshuis geuite verlangen zou worden
voldaan zouden die woonstraten een heel ander karakter krijgen,
dan de bedoeling is geweest. Het middel zou dan wel eens erger
kunnen zijn dan de kwaal.
Het college wil er naar streven zoveel mogelijk autobezitters de
beschikking over een garage te geven. In de nieuwe bouwplannen
worden zoveel mogelijk garages gebouwd.
Met de toename van het verkeer zal het aantal garages nog wel niet
voldoende zijn en er zullen misschien parkeerterreinen moeten
worden aangelegd.