73
12 FEBRUARI 1964.
Van de zijde van de overheid moet naar zijn mening niet alleen
de besteding van de openbare financiën de volledige aandacht heb
ben, maar ook moet gezorgd worden voor goede voorzieningen en
een goed beleid, gericht op de behoefte en de ontwikkeling in de
toekomst.
De overheid moet over deze zaak mededenken, moet er leiding in
geven. Dit houdt echter niet in dat de overheid alles zelf moet doen.
Datgene wat in de gemeenschap zelf tot ontwikkeling komt, wat
wortelt in die gemeenschap zelf, wat door de gemeenschap zelf
wordt gedaan en waarmede het algemeen belang gediend wordt,
dat moet naar zijn mening op de steun van de overheid, voor zover
dat natuurlijk mogelijk is, kunnen rekenen.
Dit alles wijst, zo zegt hij, op een noodzakelijk goed samenspelen
een goede verhouding van het particulier initiatief en de overheid.
Hierbij wil hij nog de opmerking maken dat men naar zijn mening
het gemeentebestuur in casu de gemeenteraad niet zonder meer in
de hoek van het onpersoonlijke, neutrale overheidsapparaat kan
drukken.
Spreker meent, dat de raad er van overtuigd moet zijn, dat hij voort
komende uit en gekozen door de burgerij de taak heeft het alge
meen welzijn van de stad, waarin de raadsleden wonen en waar
van zij het bestuur mogen zijn, heeft te dienen.
De verhouding particulier initiatief - overheid is natuurlijk altijd
een zoeken en tasten naar de meest juiste vorm, die niet voor al
tijd op een zeker moment bepaald kan zijn. Deze vorm is niet een
bepaald cliché, dat overal toepasselijk is op elk geval en in elke
omstandigheid.
Het zal naar zijn overtuiging het telkens zoeken zijn naar de meest
juiste vorm om het samenspel zo effectief mogelijk te laten zijn,
om daardoor het beoogde resultaat, dat door iedereen wordt voor
gestaan, zo goed mogelijk te bereiken.
Dat hierbij spanningen kunnen ontstaan is verklaarbaar omdat het
van de kant van de overheid kan leiden tot een te grote bemoei
zucht. Dit is een gevaar. Van de andere kant zal een overdreven
"beaccentuering van de eigen verantwoordelijkheid van het particu
lier initiatief en het niet voldoende onderkennen dat men een deel
taak uitvoert ter behartiging van het algemeen welzijn, leiden tot
een hautaine houding, die het gemeentebestuur degradeert tot de
boekhouder van de openbare financiën.
In spreker's fractie is, rekening houdende met de groeiende subsi-
dielast en een blijvend goed beleid, dat gericht is op de waarbor
gen voor goed samenspel tussen burgerij en overheid, altijd de voor
keur gegeven aan een stichting, waarin het bestuur een reële be
stuursfunctie uitoefent. Als gemeenteraad moet men niet op de be-
stuursstoel gaan zitten. Wel echter zal in het bestuur - en dit stelt
de fractie voorop - de Bredase bevolking gepresenteerd moeten wor
den en dit bestuur zal ook een verantwoordingsplicht dienen te heb
ben ten opzichte van de gemeenschap. Omdat in de Bredase ge
meenschap geen duidelijk aanwijsbare organen aanwezig zijn, waar-