751 27 NOVEMBER 1964. het niet gemakkelijk zal zijn om, indien een grote woning vrij komt, deze ter beschikking te stellen aan een groot gezin,omdat dan de eigenaar het bezwaar heeft, dat zijn woning wordt uitgewoond enz. enz. Datbehoeft natuurlijk niet het geval te zijn, doch die bezwaren komen dan wel naar voren. Vandaar stelt spreker de vraag of nog eens serieus kan worden bekeken of het mogelijkis verspreid over de stad grotere woningen te bouwen en als dat niet mogelijk is binnen het kader zoals we dat nu ken nen of dan pogingen kunnen worden aangewend om dat eventueel te doen in samen werking met bestaande bouwverenigingen of met medewerking van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Met betrekking tot het vrijkomen van grote woningen vraagt spre ker of, indien ze niet op basis van vrijwilligheid aan grote gezin nen beschikbaar worden gesteld, het college tot vordering daar van wil overgaan, of althans ernstig wil overwegen om tot vorde ring over te gaan. Verder richt spreker tot de wethouder van sociale zaken de vraag of hij eens serieus wil bekijken of er bij die50 60 bekende gro te gezinnen niet een aantal zijn, die noodzakelijk geholpen moe ten worden. Als er dan ruimte vrijkomt zou men voor die gevallen eventueel tot vordering kunnen overgaan, om ze zo uit de misère te helpen. Spreker wil gaarne onderschrijven, hetgeen diverse voorgaande sprekers gezegd hebben n„l„, dat er te Breda op het gebied van de woningbouw heel wat gebeurt en brengt daarvoor gaarne hulde zo wel aan de wethouder van openbare werken als aan de wethouder van sociale zaken. Onder de aandacht van laatstgenoemde wil hij nog wel brengen, dat er mensen zijn die al 5 a 6 jaar wachten op een woning. Deze mensen moeten telkens met lede ogen aanzien, dat anderen worden geholpen, terwijl die toch gedurende een kor tere tijd ingeschreven zijn of min der grote behoefte aaneen ande re woning nebben dan zij. De heer BARIJ zegt, dat hij bij volgno. 208 leest dat in 14 ge vallen het vorderingsrecht is gehanteerd, terwijl de wethouder heeft gezegd, dat dit in 17 gevallen is gebeurd. In het antwoord staat verder, dat net vorderingsrecht vooral wordt gehanteerd, als de bewoner tot ontruiming wordt veroordeeld, ter wijl slechts in één geval gevorderd is naar aanleiding van een von nis. Spreker kan dit niet goed met elkaar in overeenstemming brengen en wil daar graag opheldering over. Mevrouw DE BONTE zegt, dat zij zich evenals de heer van den Eeden moed heeft moeten inspreken om nog iets te vragen over bejaardenwoningen. Uit het antwoord naar aanleiding van een vraag in het centraal rapport heeft zij begrepen, dat er geen schijn van kans bestaat om te komen tot de bouw van bejaardenwoningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 751