75 12 FEBRUARI 1964. Dat de raadsleden er anders over zijn blijven denken is een andere De 1 kwestie en slaat naar zijn mening niet op de kwestie, die thans voor- hee: ligt. en Op pagina 2 wordt gesproken over een adres. Het bestuur heeft ech- nen ter bij zijn pogingen tot mondelinge toelichting geen succes mogen risv oogsten. De twee grootste fracties gingen op het verzoek, de toe- gez< lichting te mogen geven, niet in, omdat zij meenden dat niet van Sprt nieuwe aspecten was gebleken, die inwilliging van het verzoek no- indi dig zou maken. dat Spreker heeft voor behandeling van de zaak inde fractievergadering in h aan de secretaris van de stichting een brief verzonden, waarin hij deli hem dit standpunt heeft kenbaar gemaakt. Hij wenste geen enkele lang twijfel te laten bestaan over zijn mening en hoe hij over de zaak kaai oordeelde. Het bestuur betwistte mij niet dat de zaak zo ligt als Dit aan de fractie werd weergegeven. sugg Bij een telefonisch onderhoud met de secretaris van de stichting Wetl bleek dit ook. Er werd gezegd dat er zelfs geen discussies met de hou< fractie mogelijk was. de Spreker meent dat de leden van de fractie open moeten staan voor ten. alle mogelijke gegevens en kennis moeten nemen van alle mogelij- hou< ke inlichtingen doch dat zij los van buitenstaanders, de zaak zul- Zo z len moeten overwegen, niet met derden erover moeten discussiëren, Wat maar intern na ernstig en serieus beraad tot een standpunt dienen te was, komen. de c Het jaarverslag van de stichting, op die datum uitgebracht, zette Was, natuurlijk de pers op het spoor. Indien men enigszins in de wereld De i van de pers thuis is en spreker meent dat het stichtingsbestuur dit is, ter 1 dan weet men dat de uitwerking van een jaarverslag publikatiesver- echt oorzaken en dat dit weer tot gevolg kan hebben dat een supplement geet op het jaarverslag moet worden uitgestuurd. In dit supplement werd Tha het befaamde rapport Daniskas ter sprake gebracht. is v; In de gemeentelijke nota is medegedeeld dat dit rapport bij vergis- gev( sing genoemd is. Intern is daarop een nadere toelichting gegeven. De i Voor spreker persoonlijk is deze toelichting feitelijk voldoende. miss Maar als de mogelijkheid er is, zou hij toch aan burgemeester en zo g wethouders willen vragen, deze toelichting in deze openbare raads- verfc vergadering, wellicht niet zo volledig, nog eens te herhalen. Ver- waa volgens stelt spreker dat het rapport Daniskas in zijn fractie en hij schi meent ook niet in de raad van betekenis is geweest voor de besluit- als a vorming en dit rapport kan daarom bij deze zakelijke discussie wel Duic buiten beschouwing worden gelaten. Indien hij het supplement op schc het jaarverslag bekijkt dan ziet men op pagina 2 eigenlijk ook weer hanc iets merkwaardigs. Er staat hier nl. vermeld dat het bestuur, na ze p overleg met vooraanstaande politici, een besluit neemt om een be- gew roep te doen op de commissaris van de koningin, overeenkomstig blik zijn eerder gedane bereidverklaring en de stukken tervertrouwelij- bevi ke kennisneming te zenden aan het seniorenconvent. Dan staat er dat een heel merkwaardige zin nl.slechts een der fractie-voorzitters vers reageerde. Dit suggereert veel meer, dan er vermeld staat. Maar het toeg is toch een bepaald kleurenvan de zaak, die bepaald overdreven is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 75