771 27 NOVEMBER 1964. Het laatste punt acht spreker direct en concreet aanvaardbaar, om dat dit inderdaad voor de onderwijssituatie van belang is. De pres taties van de leerlingen en anderzijds ook van degene, die onder wijs geeft, kan met uitgeslapen kinderen gunstig bei'nvloed wor den. Voor de overige gevallen is spreker van mening dat dit incidenteel moet plaats vinden. Spreker is van mening dat men bepaaldelijk niet meer van de on derwijsmensen kan vergen. Laat ze hun vak beoefenen, want dat is echt al moeilijk genoeg in deze tijd. Al de wensen, verzoeken en opdrachten aan het onderwijzend personeel negeren één punt en dat punt is primair in de gehele opvoedingssituatie nl. de hou dingvan de ouders envan het gezin,waarin het kind dagelijks ver keert. Het kind kan door een meeslepend onderwijsman inderdaad beïnvloed worden. De onderwijzer kan zo'n leerling bijschaven, als het ware de prestaties opvoeren, maar zeker is ook dat de maat schappelijke verhoudingen niet zijn zoals vroeger, toen een onder wijzer of beter de schoolmeester op een dorp of in een afgesloten wijk eigenlijk een hogere positie bezat dan de burgemeester. Maar het zwaartepunt ligt vandaag bij de ouders èn bij htin voorbeeld. Tenslotte wenst spreker nog een punt te bespreken, Bij de algeme ne beschouwingen heeft de wethouder verklaard, dat burgemeester en wethouders zich bezinnen in hoeverre de mogelijkheid bestaat om te geraken, tot de uitbouw van het pedagogisch centrum, even tueel in overleg met de drie landelijke centra, opdat een totaal open bestel van Bredase scholen te realiseren zou zijn voor de pe- dagogische-didactische begeleiding en voorlichting. Spreker heeft dit zo van de wethouder begrepen en ook in het antwoord op het centraal rapport wordt daarop duidelijk gedoeld. Hij wil daarvoor zijn compliment betuigen maar de wethouder zal - naar spreker vreest en veronderstelt - veel weerstanden te overwin nen hebben. De wethouder moet zich bepaald geslaagd voelen in dit door algemeen belang en hij moet zich bepaaldelijk ook geïn spireerd voelen door de moderne geluiden o. a. uit de eigen katho lieke kring, die onmisbaar in deze richting wijzen, Laat Breda ook in dit opzicht een baanbreker voor velen zijn, zo zegt spreker, en mochten de landelijke centra, die volgens de wet houder momenteel een zeker gebrek aan interesse tonen, hier in gebreke blijven dan maakt spreker zich sterk dat onder de hier aan wezige raadsleden van verschillende richtingen via persoonlijk in grijpen de landelijke centra tot een nadere activering kunnen wor den gebracht. De heer VIS wenst gaarne een vraag te stellen over de kleuter scholen, Hij vindt dit een nogal trieste situatie, omdat er bijzon der weinig urgentieverklaringen voor de bouw van kleuterscholen worden afgegeven. Spreker's vraag is nu of het bij de bouw van kleuterscholen landelijk eigenlijk niet gaat in de richting van de pre-fabriceerde scholen, omdat het vaak betrekkelijk kleine scho len zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 771