777
27 NOVEMBER 1964.
kleuterscholen te betrekken. Dit moet mogelijk zijn omdat ook de
inspectie er niet afwijzend tegenover staat. Indien het nodige vo
lume wordt verkregen zullen ook de kleuterscholen bij de bouw
worden betrokken. Momenteel hebben burgemeester en wethouders
nog geen enkele toezegging, doch binnenkort is er een gesprek op
het ministerie en dan zou eens bekeken kunnen worden hoe de pa
pieren liggen.
De heer Kroon is teruggekomen op artikel 55 quater en dat heeft
ook de heer Bayens zeer uitvoerig gedaan.
In het betoog van de heer Bayens zitten echter een paar vergissin
gen. De heer Bayens heeft gezegd, dat burgemeester en wethou
ders thans een bedrag van 72,25 per leerling voorstellen en in de
bespreking in de afdeling voor het onderwijs is door de wethouder
niet gesteld wat de berekening zou uitwijzen als de school Vianden
laan niet ingeschakeld zou zijn.
Op de eerste plaats wil spreker er op wijzen, dat het besprekenvan
deze cijfers een welwillendheid van burgemeester en wethouders
is en zeker geen verplichting. Deze gewoonte is nu eenmaal inge
voerd en daarom is dit ook weer dit jaar gedaan.
De heer Bayens zegt dat bij niet-uitschakeling van de school Vian
denlaan via artikel 55 quater het bedrag per leerling op f 76,42 zou
zijn gekomen en waarom de wethouder ook deze berekening niet
heeft gegeven in de afdelingsvergadering.
Spreker moet eerlijk toegeven dat hij daar eigenlijk niet aan ge
dacht heeft dat te vertellen, terwijl ook door de heer Bayens er ook
niet naar gevraagd is. Er is geen opzet in het spel geweest, want
het feit dat in de afdeling dit voorstel is besproken en dat daarbij
is verteld dat burgemeester en wethouders de Viandenlaan weder
om als vorige jaren onder artikel 55 quater zullen brengen is dui
delijk genoeg een aanwijzing dat er geen geheimzinnigheid mee
wordt betracht. Het volgend jaar zal de Viandenlaan weer wel on
der artikel 55 quater worden gebracht en spreker ziet nog niet dat
deze school in een veel betere positie zal komen.
Spreker wenst thans nog eens uitdrukkelijk vast te stellen dat de bij
drage per leerling voor het bijzonder onderwijs wettelijk wordt be
paald aan de hand van de uitgaven van de openbare scholen. Mocht
er in het grijze verleden wel eens een gedachte hebben bestaan om
de uitgaven voor het openbare onderwijs zo laag mogelijk te houden
om daarmede de betaling aan het bijzonder onderwijs te drukken dan
kan spreker de raad thans de verzekering geven dat burgemeester
en wethouders deze gedachte beslist niet hebben en ook niet zullen
krijgen in de toekomst. Burgemeester en wethouders gaan echt uit
van de wettelijke basis en proberen de rekening een beetje aan de
ruime kantte houden. Burgemeester en wethouders zijn niet te zui
nig en er wordt ook niet voor Sinterklaas gespeeld. Er worden rui
me passende en redelijke begrotingen opgemaakt. Dit is het uit
gangspunt.