785 27 NOVEMBER 1964. Het aantal bezoekers is weliswaar teruggelopen, maar waarschijn lijk is ditvolgens spreker een gevolg van de verbouwing. De Beyerd- studio doet het in ieder geval goed en spreker is van mening dat de overige activiteiten een stijgende lijn zullen gaan vertonen. CULTURELE WERKGEMEENSCHAP. Spreker onderschrijft de erkenningvan burgemeester enwethou- ders van het belang van het amateurkunstwezen. Het is echter zo, dat door de toeneming van de publiciteit en de faciliteiten t. b. v. bezoek aan manifestaties van beroepskunstenaars de belangstelling van het publiek voor de uitvoeringen van amateurs minder wordt. Dit is naar zijn mening een onvermijdelijke ontwikkeling. Hiervan heeft het zomerfestival de nadelige gevolgen moeten ondervinden. De amateurs zullen zich hoe langer hoe meer tevreden moeten stel len met de vreugde die zij zelf beleven aan hun activiteiten. De heer VAN DERWERFF zegt dat zijn fractie de toezegging van burgemeester en wethouders in het antwoord op het centraal rapport om te trachten bij het subsidiënten-overleg de last van de gemeen te plus minus met 5 te verlichten toejuicht. Spreker's fractie wenst de wethouder bij zijn gang naar 's-Hertogenbosch sterkte toe. Im mers een stijgende last voor de toekomst lijkt riskant en in ieder geval zou hij willen stellen dat na de driejarige periode de hele pro blematiek bezien zal moeten worden mede in verband met de toe zeggingvan de cultuurnota, die echter metvoorbehoud gedaanwerd. De heer Mendes heeft het ook al gesteld en hij kan zich de vrees van burgemeester en wethouders voorstellen, wanneer men bedenkt dat de cultuurnota in provinciaal verband en ook de nota's van ge meenten elders een onbevredigend karakter dragen. Spreker geeft dit toe, maar de vrees wordt toch mede ingegeven door een perfectionistische visie - en hierbij denkt spreker niet aan de zuiver zuid-westelijke, maar typische nederlandse volkseigen schap - terwijl men eigenlijk meer gediend zou zijn met een rap port nu. Cultuur, zo zegt spreker, is hetgeen wat overblijft wanneer je al hetgeen wat je geleerd hebt, bent vergeten. Als zodanig past de cultuur mooi op paragraaf 16 van dit hoofdstuk nl. achter het eigen lijke onderwijs. Op de vraag van de heer Mendes, naar de cultuurnota, die inder daad al jaren geleden een keer gesteld is, wil spreker bepaaldelijk verder ingaan. Deze cultuurnota, door spreker en andere ter sprake gebracht, wil een inzicht geven, in datgene wat Breda aan verplichtingen op zich genomen heeft, wat Breda biedt, hoe het dit biedt en ook omdat men de onderlinge verhouding wil leren kennen. De reeds gesignaleerde zware subsidiëring van toneel- en concert evenementen zou spreker de vraag kunnen doen stellen of niet an dere evenementen daardoor achterop zijn gekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 785