27 NOVEMBER 1964. 792 moet zijn zijn standpunt aan de provincie en de andere subsidiën- ten mede te delen. Ook hier zijn grenzen en alles bij elkaar komt het hem geen grappige maar een droevige zaak voor. Tenslotte deelt hij mede dat volgens Professor Bouman het begrip cultuur te maken heeft met de levensstijl van de samenleving. Laat daarom de gemeenteraad zijn levensstijl aanpassen door het rode potlood goed te hanteren. Wethouder BASTIAENSEN wil eerst de sprekers, die woorden van lof gesproken hebben, dank betuigen en die dank doorgeven aan de medewerkers, die het werk hebben geleverd. Over het fonds artistieke werken is een nota van burgemeester en wethouders aan de raad te verwachten. Spreker wenst nu reeds uit drukkelijk te stellen dat men zich niet moet voorstellen dat dit fonds artistieke werken een middel wordt om de kunst te gaan be vorderen, doch het zal meer inde zin zijn van het bijeen brengen van gelden in een fonds om daaruit straks voor de verfraaiing van de stad wanneer het civic-centre tot realiteit zal zijn gebracht iets van allure aan te kunnen kopen. Uit dit fonds kan nog meer ge beuren, doch spreker adviseert de raad nota van burgemeester en wethouders af te wachten. Er is dan alle gelegenheid om er over te spreken. Ook over het bibliotheekwezen zal een nota van burgemeester en wethouders verschijnen. Spreker heeft deze nota al aangekondigd omdat inde begroting niet geraamd is wat de bibliotheken hebben aangevraagd. Er is hierin een verschil van enige tien duizenden guldens. Hij heeft er begrip voor dat enige leden van de raad er op hebben geattendeerd dat de bijdragen van de leden van de bibliotheken op het maximum moeten worden gebracht, dat de eigen inkom sten behoren te worden opgevoerd en dat de wettelijk toegestane abonnementsgelden moeten worden gehaald. Dit is reeusdoor bur gemeesterenwethouders aan de besturenvan de bibliotheken door gegeven. De houdingvandeverenigingConcordia ten opzichte van de stads schouwburg werd door de heer Mendes als een soort concurrerende houding betiteld. Spreker gelooft dat dit geen juiste aanduiding is. Men mag niet vergeten dat de gemeente in samenwerking met de vereniging Concordia tot een open schouwburgbeleid is kunnen gaan. Daarvoor moet de gemeente het bestuur van Concordia ten alle tijde dankbaar zijnen er moet begripvoor opgebracht kunnen worden dat een vereniging het recht heeft om te bestaan endaar- door ook het recht heeft om activiteiten te ontplooien. Spreker moet erbij vertellen dat burgemeester en wethouders in de gesprekken met het bestuur van Concordia volledig begrip onder vinden voor de mogelijkheid van een concurrerende positie. De vereniging Concordia is er niet op uit om een zodanig aantal voorstellingen te brengen dat de overige bezoekers tekort zouden komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 792