27 NOVEMBER 1964. 798 ning zoveel mogelijk zou willen opvangen door de zaalsporten te bevorderen. Deze gedachten leven ook in het bestuur van de sport stichting en spreker is de mening toegedaan dat burgemeester en wethouders daarmede op de goede weg zijn. Spreker heeft uit de woorden van wethoudervan Bijnen ook begre pen dat zijn gedachten meer uitgaan naar sportzalen dan naar sport hallen. Deze sportzalen zijn goedkoper dan hallen en hij gelooft dat er thans met de sportzalen reeds geƫxperimenteerd wordt, en dat de wethouder en het bureau sport deze aangelegenheid in studie heeft. Hij ziet vol vertrouwen de voorstellen hierover tegemoet, waarbij voorde verschillende wijkenin de gemeente eenurgentie plan zal moeten worden overgelegd. Tenslotte, zegt spreker, heeft hij de gelegenheid gehad eens in de keuken van het bureau sportzaken te kijken. Hij heeft bijzonder veel waardering voor hetgeen door de ambtenaren van dit bureau wordt gepresteerd. Vaak moeten zij hun taak vervullen buiten de bureau-uren. Het is voor spreker dan ook een behoefte deze waar dering in het openbaar uit te spreken en daarin te betrekken de di recteur en de secretaris van de gemeentelijke sportstichting. Ten aanzien van het tennispark "De Mark" wacht hij gaarne het antwoord van burgemeester en wethouders af. De heer KRAMER spreekt mede namens zijn fractiegenoot grote waardering uit voor de activiteiten van burgemeester en wethou.- ders met betrekking tot de jeugdsport en de recreatie. De resulta- tenvan de wethouders-portefeuille worden thans zichtbaar. De ma nier van overleg door wethouder van Bijnen, hij mag wel zeggen van veel overleg met instellingen en personen van verschillende pluimage, is een goed overleg en het is dikwijls een prettig gesprek. Spreker heeft dit niet alleen gemerkt in de raadsafdeling, maar ookin de jeugdadviesraad enzelfs in de studiecommissie. Wethou der van Bijnen zet een goed stempel op het werk. De heerQuadekker heeft, zo zegt spreker, het goed getypeerd toen hij op een gegeven moment zei: "wethouder van Bijnen was er weer bij". Ten aanzien van de jeugdsport en recreatie wordt thans geleefd in een tijd als nooit tevoren en is er voor de jongeren geen vergelij kingsmateriaal, doch de ouderen moeten dit vergelijken toch po sitief trachten te doen om te tonen dat het leven in de wereld van de volwassenen de moeite waard is. Er moet opgevoed worden tot mondi gheid door middel van een nieuwe aanpak en wat gelukkig door burgemeester en wethouders begrepen is. In dit verband noemt spreker de realisering van het jeugd-centrum. Hij hoopt dat het centrum niet alleen theoretisch zal werken en niet de functie wil gaan vervullen van een toporgaan in een lijn-orga- nisatie. Uit het antwoord van burgemeester en wethouders blijkt dat zij het jeugdcentrum zien in de door spreker's fractie gevraagde jeugdfor- matie, maar terwille van het nut zal dan 's-avonds dit jeugdcen trum ook te bereiken moeten zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 798