16 DECEMBER 1964. 838 Wethouder MEIJS zegt dat de heer Ter Berg gesproken heeft over de masten, die worden afgeschreven. Hij meent dat hij daarover niet gesproken heeft, doch hierover gaat het juist. Deze masten zullen in 10 jaar moeten worden afgeschreven omdat aangenomen kan worden dat over 10 jaar dit systeem zijn diensten zal hebben bewezen. Dan zal er iets nieuws voor zijn, waarbij geen antenne meer van node is en spreker merkt op, dat dan ook niet van een re sidu-waarde gesproken kan worden. Hij deelt mede dat Philips en de P.T.T. dit ook doen. Deze laat ste heeft een centrale antennesysteem in Den Haag ingevoerd en rekent daar 45, - per persoon. De gemeente Breda, die 40, - rekent, zit dus waarlijk niet aan de top. Spreker gelooft dat men niette veelwaarde aan de bedrading in de huizen moet hechten, doch dat men het systeem in zijn geheel moet bezien. Omtrent de door de heer van den Eeden gemaakte opmerking, deelt spreker mede dat hij daarover niet veel behoeft te zeggen. Burge meester en wethouders weten dat de gemeenteraad in net algemeen hun zienswijze steunt en dat de heer van den Eeden hierop een uit zondering maakt. Er zal dus nota van genomen worden dat de heer van den Eeden zich nog steeds niet met het toegepaste systeem kan verenigen. De heer Lous, zo zegt spreker, heeft zelf wel in de gaten dat zijn voorstel een beetje eigenaardig aandoet en het niet te doen is als men de ene keer de huurder wel moet aanslaan en de andere keer een huurder niet. Hierdoor mist men de vastheid die voor de berekening noodzake lijk is. De berekening van de vergoeding is een totaliteit van cijfers, die over een bepaald aantal mensen omgeslagen moet worden. Het is ondoenlijk om deze omslag ieder ogenblik te laten variëren. Bovendien zou de verordening zeer ingewikkeld worden om daarin te voorzien. Spreker gelooft dat het voor eenieder en ook voor de heer Lous dui- delijkzal zijn dat dit systeem voor burgemeester en wethouders niet aanvaardbaar is. De heer TER BERG zegt, dat wethouder Meijs zelf 's-Gravenha- ge heeft aangevoerd. Spreker wil er daarom op wijzen dat de mast daar 40 meter hoog is met een uitgebreidere technische voorzie ning dan in Breda. Hij wenst er verder niets meer over te zeggen, doch hij hoopt dat na 10 jaar burgemeester en wethouders zullen verordineren de huur prijs te verlagen omdat de installatie is afgeschreven en toch nog gebruikt moet worden. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten, waarbij de heer van den Eeden aantekening verlangt, dat hij tegen het voor stel van burgemeester en wethouders heeft gestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 838