845 29 DECEMBER 1964. het college van burgemeester en wethouders en Burgemeester, voor U en Uw medewerkers meer dan een louter interne hergroepering van de gemeentelijke gevechtgroep. Ik laat dit woord maar vallen, U bent wel geen militair maar wel militant. Het betekent wel degelijk het einde, het opgeven van een versterk te bestaande formatie, het einde van een grote verantwoordelijk heid en van een boeiende loopbaan. Het einde ook van een gunst namelijk om op een zo vooraanstaande plaats direct betrokken en dienstbaar te zijn bij de ontplooiing van het leven en de toekomst van stad en streek. In de achter ons liggende decennia werden de aloude functies der stad aanzienlijk verbreed en verdiept niet alleen in het economisch industrieel en commercieel maar ook culturele sociale, recreatie ve en verkeerstechnisch vlak. Met deze groei traden ook in het gemeentelijk bestuursapparaat structurele veranderingen op, waaronder de naar grotere zelfstan digheid groeiende positie van de wethouders en van hoofden van diensten en bedrijven tot de meest in het oog lopende behoren. Aan de functionele bestuurshulp die de Secretaris aan de Raad, het college van Burgemeester en Wethouders en aan de Burgemeester volgens de wet heeft te bewijzen ging deze wijziging in meer "de partementale" richting uiteraard niet voorbij. Werd de rechtstreekse bestuurshulp van de secretaris aan de indivi duele leden van het college en hun portefeuilles beperkter van aard en vervangen door de bestuurshulp van tal van afdelingschefs en functionarissen van allerlei organen en instituties, de bestuurshulp van de secretaris aan het college als eenheid nam des te meer in omvang en betekenis toe. Met name op het terrein van de continuï teit van het bestuursbeleid nam zijn functie die hij met de burge meester deelt in betekenis toe en ten aanzien van de bewaking op het hoogst niveau van de juridische administratief-rechtelijke juist heidvan alle door dat College en de Raad genomen besluiten, bleef de Secretaris wakend voor de continuïteit van een steeds juridisch sluitend "besluitenbestand" per definitie de hoogste functionaris op gemeentelijk gebied en de primus inter pares van alle hoofden van dienst. Dat blijkt ook uit zijn mede-ondertekening van alle door het ge meente-bestuur genomen besluiten, naast deze veeleisende juridi sche taak staat het zich doorzijn "beleidsgeheugen en geweten" toe en dat reeds bij voorkeur in de voorbereidingsfase dat de voorstel len die ter tafel komen passen in de algemene beleidslijnen, fic ties en bestuursopvattingen van het college en tenslotte vindt hij in de follow-up in de werkelijke uitvoeringvan de genomen besluiten en vooral in de voortgangscontrole op de uitvoering der besluiten, tegen allerlei vormen van vertraging en oponthoud in een moderne zeer veeleisende taak. Wij kennen allemaal veel hangende zaken en het is de taak van de secretaris van deze hangende, weer lopende zaken te maken en te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 845