29 DECEMBER 1964. 846 In dit "zenuwcentrum" dient tenslotte ook nog plaats te blijven voor de vertrouwenspositie van de Secretaris als raadsman en rechterhand en dikwijls ook als "geheimbewaarder" destamvan hetwoord Secre tarie zegt het van de burgemeester- Het mag nu in de ambtsvervulling van onze scheidende Secretaris wel zonder meer karakteristiek genoemd worden dat hij rekening houdend met deze tendens althans in deze en andere grotere steden tot grotere zelfstandigheid van wethouders en diensten, bewust heeft medegewerkt aan het losmaken en loslaten van taken die wettelijk nog onderzijn competentie vallen; dat hij de opeenvolgende burge meesters in de bewaking van de collegiale eenheid, op bestuurlijk juridisch en administratief rechtelijk terrein op uitstekende wijze heeft begeleid; dat dit tenslotte alleen mogelijk is gemaakt en ge worden door zijn uitstekende keuze van in de loop der jaren aan getrokken medewerkers, chefs en ambtenaren. Daarom was het mogelijk deze uitstekende krachten en medewerkers op diverse afdelingen zo veel mogelijk vrij te laten en te maken in hun adviserende en informerende taak ten aanzien van de individu ele leden van het college. Zo heeft U de kunst verstaan goede krach ten aan te trekken aan wie deze taken met vertrouwen konden wor den overgelaten. Gemakkelijk heeft U zo ook de interne organisa tie gecoached, mede door de effectieve chefs- en stafbesprekingen die onder Uw leiding plaats vonden. Hiermede zou ik het ambtelijk portret van secretaris van Woensel kunnen afsluiten. Ik zou dan echter te kort doen aan de mens en me deburger van Woensel en het leven van een man die in een hoge in nerlijke gezindheid en diepe genegenheid voor het welzijn van de stad Breda de kracht geput heeft om meer te doen dan zijn plicht, meer dan de eed van trouw hem voorschreef. Hij kende slechts "payer de saersonne"hij kende slechts betalen met zijn hele persoon. Breda heefter de rijke vruchten van mogen plukken in de schier ein deloze rij van met ere vervulde maatschappelijke functies te noemen. Ik mag volstaan met de belangrijkste met ere vervulde maatschap pelijke functies te vermelden; Voorzitterschap Stichting Moederheil, Regentschap Oud Mannenhuis, Bestuurslidmaatschap van hetO. L. Vrouwe Lyceum, R.K. Leeszaal- en Bibliotheek, School voor Maatschappelijk Werk, Academie van Beeldende Kunst. Uw activiteiten in het kader van het "Turfschip" (hetgeen helaas nog steeds niet in de vaart is), voor de WEB, V.V.V.Wetenschap pelijk Instituut voor Toerisme en last but not least Uw activiteiten voor het Comité Breda Oranjestad. Het is mede om al deze verdiensten dat het gemeentebestuur gehoord het Seniorenconvent en in overeenstemming met het gevoelen van de gehele Raad besloten heeft Umet het ereburgerschapen de daar bij behorende eremedaille in zilver te begiftigen een besluit waar van ik U thans de tekst mag voorlezen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 846