855
29 DECEMBER 1964.
Je maakt niet veel meer mee; je hebt dus geenverhalen meer.
Zelfs opeen doodgewone receptie, waar je zo maar wat tegen el
kaar aanpraat, ben je niet meer interessant; laat staan, dat de be
zige mens je komt opzoeken om je deelgenoot te laten blijven in
wat men kan noemen "het volle leven".
Dan kan men zich troosten met het woord van Pascal, die schreef:
"Wanneer ik mij er af en toe eens toe zette om over het drukke
gedoevan de mensen na te denken, over de gevaren en moeilijk
heden waaraan zij zich blootstellen, aan het hof, in de oorlog,
waar zoveel twisten,hartstochten, gewaagde en dikwijls hache
lijke ondernemingen ontstaan, ontdekte ik dat alle ellende van
de mensen alleen daaruit voortkomt, dat zij niet rustig in een ka
mer kunnen blijven.
Rustig ineen kamer blijven en beschouwend naar het verleden,
het heden en de toekomst zien.
Ik stel mij veel voor van een grondig doordringen in de gang
der mensheid in psychologisch en in theologisch opzicht. Het lijkt
mij heerlijk met dit soort vraagstukken rustig in een kamer te kun
nen blijven.
Als ik er over 10 jaar alles van weet, dan mogen degenen onder
U die dhn 65 worden bij mij les komen halen. Gratis.
Mijnheer de voorzitter: ik ga nu naar die kamer, gelegen in
een huis, waarin ik nog restanten van een prima gezin zal aan
treffen. Een duur gezin maar leuk.
Metals middelpunt een vrouw, die ik niet hoog genoeg kan achten
om haar geduld en begrip en haar zichzelf wegcijferen gedurende
al de tijd, dat ik meende voor Breda nuttig werk te doen.
Ik ga nu nagenoeg geheel naar haar terug, zoals ik U nu nagenoeg
geheel verlaat.
Ik wil dat niet doen alvorens een grote vaas vol van dankbare
gevoelens te hebben uitgestort over U, over mijn medewerkers en
over alle burgers, die ik gekend heb, of ze nu nog onder ons ver
keren of niet. Een grote vaas vol, die evenmin als het kruikje van
de weduwe van Sarepte uit de Bijbel ooit leeg kan raken.
Zij is onuitputtelijk, zodat ik haar ook weer vol mee naar huis
mag nemen en in de hoek van die kamer zetten. Ze zal daar blij
ven, steeds gevuld met gevoelens van dankbaarheid, tot het eind
mijner dagen.
Mijnheer de voorzitter: Mag ik nu nog even voor de laatste maal
op deze stoel gaan zitten? Ik wil trachten een onuitwisbare herin
nering mee te nemen aan dit plechtig samenzijn dat U speciaal
voor mij hebt gearrangeerd.