-6—
De heer Zi.jtregtoT) zegt dat Mr. Jacobs medegedeeld moet worden dat een adverten
tie geplaatst wordt, zodat deze er zijn cliënten op kan wijzen.
De heer Van Gisbergen zegt, dat het belangrijkste is of de muziekschool al of niet
doorgaat. De aansprakelijkheid van de gemeente is daarmede gedekt. Hierna kunnen
de leraren zelf beslissen.
Wethouder Bastiaensen zegt dat aan het bestuur van de Muziekschool die vraag ook
is gesteld.
De heer Van der Zwan zegt dat het schooljaar loopt van 1 september tot 31 augus
tus. Als de leraren worden aangetrokken zullen die 2 3 maanden inkomen derven.
Wethouder Bastiaensen zegt dit niet te weten.
De voorzitter merkt op dat de leraren rechtsgeldig alleen op 1 september 1965
in dienst kunnen treden, tenzij het bestuur hen de vrijheid geeft en zelf geheel
of gedeeltelijk haar activiteiten staakt. Op het moment lijkt het het belangrijk
ste, antwoord te krijgen, als we dit tenminste krijgen.
De heer Kroon vraagt of met adverteren wordt verwacht tot men het antwoord heeft.
Wethouder Bastiaensen zegt de oproep op een nader tijdstip te plaatsen, aan de
hand van de sollicitaties en de opgedane ervaringen zal naar bevind van zaken
worden gehandeld.
De voorzitter zegt dat de gemeente de leraren zeker niet tot contractbreuk zal
uitlokken.
De heer Kroon zegt dat de raad besloten heeft de school op te richten, daarom
moet de advertentie worden geplaatst en eventuele risico's worden genomen.
De heer Hendes zegt, dat de Muziekschool zich gedwongen voelt door te gaan, omdat
de gemeente niet in staat is te beginnen.
De voorzitter stelt dat de Muziekschool hierop speculeert.
Wethouder Bastiaensen wil allerlei risico's ondervangen. Mr. Jacobs krijgt een
brief terug met de vraag wat hij bedoelt. Eerst zal zijn antwoord moeten zijn
ontvangen.
Wel moet de raad besluiten een startschot te geven door de besproken advertentie
te plaatsen. Het tijdstip van plaatsen zal door burgemeester en wethouders worden
bepaald.
De voorzitter constateert dat de raad akkoord is met dit voorstel.