12 FEBRUARI 1964.
90
LINGEN VERKEER BREDA.
De heer VIS zegt dat de burgemeester er terecht op gewezen
heeft dat behalve een verhoging van het subsidie ook een structuur
wijziging aan de orde is. Indien hij zich even bepaalt tot de sub
sidieverhoging dan noemt hij dit een aanzienlijke verhoging, Spre
ker meent dat het juist is als de raad zich afvraagt of een dergelijke
verhoging wel verantwoord is omdat er hier sprake is van een ver
eniging die niet alleen een dienstverlening verricht ten algemenen
nutte doch daarnaast ook commerciële betekenis heeft voor bepaal
de groepen van de bevolking nl. de middenstand. Indien het echter
teveel vanuit die hoek bekeken wordt dan gelooft spreker dat de
V.V.V. onrecht zou worden aangedaan omdat de dienstverlening
ten algemenai nutte ook bijzonder groot is. Bezoekers aan de stad
Breda wenden zich in de allereerste plaats tot de V.V.V. om in
lichtingen te verkrijgen. Op de tweede plaats denkt spreker aan
de gegevens die de V.V.V. verstrekt aan nieuwe inwoners.
Deze dienstverlening kan van grote betekenis zijn. Hij zou willen
vragen of dit in de toekomst regelmatig zou kunnen geschieden,
want hij heeft vernomen dat dit niet altijd het geval is.
Indien spreker al deze zaken zo tegenover elkaar afweegt, dan ge
looft hij dat het inderdaad juist is dat de V.V.V. op een goede en
efficiënte wijze kan functioneren. Hiermede is een groot stadsbe
lang gediend.
Daarom kan spreker de structuurwijziging heel erg toejuichen en
het verbinden van het subsidie met de personeelslasten juist noe-
men.
Hierdoor wordt een willekeur in subsidie-verhogingen voor de toe
komst voorkomenen hij acht dit een juist beleid. Dat het gemeen
tebestuur een zekere inspraak op het personeelsbeleid van V. V. V.
verkrijgt acht hij in deze nieuwe structuur geheel juist. De V.V.V.
krijgt daardoor min of meereen semi-officieel karakter,maar ge
zien de betekenis van de V.V.V. ook in het belang van de stad,
gelooft hij dat dit juist is.
Spreker vraagt zich wel af of het mogelijk zou zijn, alhoewel de
verhoging van de contributie wel aanwezig is, en de twee belan
gen niet volkomen te scheiden zijn maar toch wel onderscheiden
kunnen worden, om eens te wijzen op de commerciële betekenis
van de V. V,V. voor groepen van de bevolking, die daarvan direct
profijt trekken. Men kan zich er dan wellicht bewust van worden
dat de bijdragen belangrijker zouden moeten worden.
De heer KROON kan haast van het woord afzien, want hij is het
volkomen eens met wat de heer Vis heeft gesteld. In het verleden
heeft spreker nog wel eens tegen subsidie-verhogingen gestemd.
Dit is hij nu zeker niet van plan en ook de vorige keer heeft hij dit
niet gedaan, omdat hij zich bewust is dat de activiteiten zich steeds
meer uitbreiden.
Spreker zou echter wel willen vragen op welke wijze het gemeen-