15 JANUARI 1964.
financiën, waar hij belast was met de voorbereiding van de begro
ting, de bedrijfsfinanciën en de financiële verhouding tussen rijk
en gemeente. Daarnaast maakte hij zich dienstbaar in zijn advi
seursschap voor diverse raadsafdelingen. Tevoren was hij sinds 1927
te 's-Gravenmoer, Hoeven en Rijsbergen in dezelfde sector werk
zaam. Sinds 1 april 1956 heeft hij als gemeente-ontvanger zijn
verantwoordelijke taak zeer toegewijd en op ambitieuze wijze ver
richt. Maar ook buiten het ontvangers-kantoor heeft hij zich inge
zet op velerlei gebied. De gehele financiële opzet, alsmede de
boekhouding van de Petrus en Pauluskerk is met zijn kennis en
toewijding gedaan. Pastoor Vermeulen zal dit immer onderstre
pen. Als vice-voorzitter van het schoolbestuur der parochie en als
penningmeester van de katholieke spaarbank was de heer de Hingh
eveneens werkzaam. Wij willen dan zijn nagedachtenis eren en
zijn echtgenote ennogjonge kinderen ons hartelijk medelevenvan
deze plaats betuigen en de wens uitspreken dat hij een beter leven
verkregen mag hebben.
De VOORZITTER wil in de eerste vergadering van het nieuwe
jaar traditiegetrouw met een paarwoorden nog een blik werpen op
hetgeen 1963 ons heeft gebracht en op hetgeen 1964oas belooft te
brengen. Hierbij wil spreker een zekere beperking aanleggen en
als onderwerp stellende intercommunale relaties en belangen als
ook de gemeentelijke belangen die voor Breda in West Brabant lig
gen. Allereerst zou hij dan willen spreken over de voor ons allen
zo dierbare W. E. B. Uit een voorstel dat de raad heeft bereikt en
uit andere hoofde is het de raad bekend dat de W. E. B. aan struc
tuurwijziging onderhevig is. De W. E. 8. is eigenlijk in een nieuwe
fase van haar bestaan gekomen. Zij wil uit de beslotenheid van de
studeerkamer meer naar buiten treden en wil de rapporten en ge-
dachtenwisselingen daadwerkelijk omzetten in de zonodige en ge
wenste veranderingen en verbeteringen. In het verleden is er kri
tiek en een zekere reserve geweest ten aanzien van de gesloten
heid en het gebrek aan voorlichting dat van de zijde van deW;-E. B.
werd gegeven. Spreker lijkt die kritiek niet helemaal juist. Iemand
die in de studeerkamer is moet men een beetje met rust laten, Als
papa aan het werk is moeten de kinderen niet ieder moment bin
nenkomen om een snoepje te vragen en zo is het eigenlijk met de
W. E. B, ook geweest. Men heeft er zich toe gezet om in eikaars
boekjes te kijken en het, in samenwerking met het ETI, eens te
worden over bepaalde bovengemeentelijke regionale problemen,
In de W. E. B. nieuwe stijl krijgen we een parlement van ongeveer
68 leden. Spreker twijfelt er dus niet aan dat de zo gewenste open
heid en opbouwende kritiek alsmede veel publiciteit zuilenvoort-
vloeien uit de samenspraak welke twee maal per jaar zal plaats
vinden. Hij wil wel onderstrepen dat de W. E. B. niet gezien moet
worden als een bovengemeentelijk soeverein streekorgaan, maar
veel meer als een gespreks-milieu of als een orgaan van service
van de grote steden in West-Brabant. Die gemeenten willen hun