106 24 MAART 1965. Hierna worden de stukken vermeld onder 2a tot en met u voor kennisge ving aangenomen. De VOORZITTER zegt vervolgens, dat de leden een Knickerbocker-tijd schrift op hun tafel hebben gevonden hetwelk beschikbaar is gesteld door de heer Quadekker. Hij dankt de heer Quadekker voor de beschikbaar stelling van dit fraaie stuk werk, waarin Brabant op hoog niveau op al lerlei gebied aan de wereld wordt gepresenteerd. 2v. ANTWOORDEN OP DOOR RAADSLEDEN GESTELDE VRAGEN. VRAAG. De heer SPANJER deelt mede in twee plaatselijke kranten een be richtje te hebben aangetroffen, dat blijkbaar van de politie afkomstig is en waarin wordt gevraagd de medewerking van de ouders om de be hoefte van afsteken van vuurwerken door hun kinderen zo veel mogelijk te remmen en daarbij werd in de berichten gewezen, de tekst is niet precies helemaal hetzelfde, op een aantal ongevallen die in de laatste dagen blijkbaar in Breda in het algemeen hebben plaatsgevonden en die voor een groot aantal zijn terug te voeren tot baldadigheid. Hij zou willen vragen of het mogelijk is om verdergaande maatregelen te nemen om tot een algeheel verbod voor vuurwerkverkoop te kunnen komen. ANTWOORD. De bestaande voorschriften ter zake van vuurwerk laten niet toe een al geheel verbod tot het verkopen van vuurwerk uit te vaardigen. Het is n. 1. zo, dat een verbod vuurwerk te verkopen of ten verkoop voor handen te hebben alleen geldt, als het vervoer van het vuurwerk (naar de handelaar) op grond van het bepaalde in artikel 11a van het regle ment op het vervoer van ontplofbare stoffen verboden is. Dit laatste is o.a. het geval, als het vuurwerk niet voorkomt op de door de minister van binnenlandse zaken vastgestelde lijst van vuurwerken. Op die lijst zijn o.a. vermeld voetzoekers (rotjes), zevenklappers, spuitend, flui tend of verlichtend vuurwerk, waarvan de huls na ontsteking in tact blijft, zoals pijlen, Romeinse kaarsen, Bengaals vuurwerk zonder ontstekings- dop, klappertjes, knalkurken e. d. In vele gevallen kan de politie echter op grond van artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht tegen het op baldadige, voor de omgeving gevaarlijke wijze afsteken van vuurwerk door de jeugd en anderen optreden. In dit artikel wordt met straf bedreigd degene, die op de openbare weg of op enige voor het publiek toeganke lijke plaats tegen personen of goederen baldadigheid pleegt, waardoor gevaar of nadeel kan worden teweeggebracht. VRAAG. De heer VIS wenst iets te zeggen over de wijze van drukken en het formaat van de notulen van de raadsvergaderingen. Hij zou het echter prettig vinden indien de heer van der Werff eerst het woord zou worden gegeven omdat deze reeds bij het begin van de vergadering hierover wenste te spreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 106