122 24 MAART 1965. Het college was er voorstander van om niet door het college de benoe ming te doen geschieden, maar door de provinciale autoriteiten. Het col lege heeft er echter bij gezegd, dat dit geen hoofdzaak was, omdat het altijd nog vrij kan beoordelen wie zal of zullen worden aangewezen om zitting te nemen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 32. VOORSTEL BETREFFENDE GARANTIES AAN RUIMTEBIEDENDE GE LEGENHEDEN. De heer BARIJ zegt, dat in het voorstel de figuur wordt toegepast dat de stichting gemeenschapshuis geld leent en dat de gemeente rente en aflossing garandeert aan de geldschieter. De gemeente verlangt hiervoor op haar beurt zekerheid van de eigenaar van het gemeenschapshuis in de vorm van een hypotheek. Spreker gaat akkoord met deze figuur, doch hij heeft zich afgevraagd of de zaak ook juridisch sluitend is opgezet en wel met name t. a.v. de overeenkomst met het kerkbestuur. In artikel C van de overeenkomst met de kerkbesturen leest hij, dat het kerkbestuur zich verplicht het ge meenschapshuis ten gunste van de gemeente hypothecair te verbinden tot een bepaald bedrag voortvloeiende uit de geldlening, lopende tussen de stichting gemeenschapshuis en de geldschieter. De vraag is of deze zekerheid te realiseren valt. Spreker mist de grond van deze hypotheek, omdat hij uit de overeenkomst niet kan halen wat de gemeente met de hypotheek kan doen. Zijns inziens moet daaraan noodzakelijk worden toegevoegd, dat het gemeenschapshuis hypothecair verbonden wordt tot zekerheid van al hetgeen de stichting aan de gemeente verschuldigd is of zal zijn, tenzij het zo is, dat het kerkbestuur met de stichting gemeen schapshuis mede-schuldenaar wordt. Spreker ziet in de overeenkomst, dat het gemeenschapshuis verzekerd wordt tegen brand. Hij dacht, dat het ook nodig was een stormschade verzekering te sluiten. Verder leest hij nog in de overeenkomst dat het gemeenschapshuis onder bepaalde omstandigheden tegen taxatiewaarde aan de gemeente moet worden aangeboden. Hij denkt, dat dit koop- aanbieding is, maar het zou ook kunnen dat het in ruil of in huur is. Het lijkt hem noodzakelijk uit te spreken hoe het moet worden aangeboden. Mevrouw VAN MIERLO vraagt of het geen aanbeveling verdient ook een vernielingsverzekering af te sluiten, gezien de ervarin^n met bepaal de scholen opgedaan. Wethouder VAN B3JNEN zegt, dat zijn adviseurs, waaronder een no taris, hem hebben medegedeeld, dat het niet noodzakelijk is, dat het door de heer Barij gestelde in de overeenkomst wordt opgenomen. Zij vinden het een open deur intrappen, omdat artikel 1208 van het Burgerlijk Wet boek zegt: "Onderzetting of hypotheek, is een zakelijk recht op onroe rende goederen, strekkende om daaraan de voldoening ener verbintenis te verhalen". Uit dien hoofde is het niet nodig aan het bepaalde onder C in de overeenkomst nog iets toe te voegen. Aan punt D zegt spreker, zal toegevoegd worden dat het gemeenschapshuis tegen taxatiewaarde te koop moet worden aangeboden. Spreker vraagt ten aanzien van de ver zekering van het gebouw nog eens te mogen bezien of daaraan nog iets

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 122