135 24 MAART 1965. Met deze verhoging ligt Breda nog beneden de tarieven die in andere gemeenten en de drie grote gemeenten van Noord-Brabant gehanteerd worden. Onze tarieven dateren al uit 1952 en het is niet verwonderlijk, dat op het ogenblik een kleine verhoging moet worden doorgevoerd. Deze verhoging zal ongetwijfeld door een grotere gevolgd moeten wor den als de bouw gerealiseerd moet worden. Voor het doorvoeren van die grotere verhoging moeten eerst meer ge gevens beschikbaar komen. Er zijn wel tekeningen van de nieuwe run derhal en de verbouwing van het oude slachthuis doch er is nog geen bestek en zolang dit er niet is weet men niet precies waar men aan toe is. Het bevreemdt spreker wat de heer van Caulil met betrekking tot de reserves gevraagd heeft. De praktijk is zo dat reserves, die voor een be paald bedrijf gevormd worden, alleen voor dat bedrijf behoeven te wor den gebruikt, omdat nooit de eis gesteld is, dat de reserves moeten wor den aangewend voor de begroting. De heer VAN CAULIL vraagt nog of hij mag verwachten, dat een nieuwe tariefsverhoging met cijfers gemotiveerd zal worden. Wethouder MEUS zegt, dat dit vanzelfsprekend is, maar dat het de ze keer niet kon, omdat de bedragen van de nieuwbouw nog niet vol doende bekend zijn. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 53. WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING VAN RECHTEN VOOR DIENSTEN VAN DE AFDELING REINIGING EN ONTSMETTING VAN HET VERVOERBEDRIJF. De heer QUADEKKER zegt, dat in het besluit staat, dat het totaal gewicht van het in een laadkist geborgen huisvuil niet meer dan onge veer 1500 kg mag bedragen. Hij vraagt of dit verband houdt met het laadvermogen van de auto of waarom dit gesteld is. Het lijkt hem vrij wel ondoenlijk om hetgeen men in een laadkist wil deponeren eerst te gaan wegen. Graag zou hij weten waarom dit gesteld is, omdat men niet kan controleren wanneer men in overtreding is. Wethouder MEIJS zegt hierop geen antwoord te weten. Hij zal in formeren en het daarna mededelen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 54. HET OVERBRENGEN VAN ENKELE NOODLOKALEN VAN DE ALGE MENE DIENST NAAR HET WONINGBEDRIJF. 55. ONTWERP-BESLUITEN TOT NADERE REGELING VAN DE BEZOLDI GING VAN DE GEMEENTE-SECRETARIS EN -ONTVANGER. 56. EEN ONTWERP-BESLUIT TOT NADERE REGELING VAN DE BEZOL DIGING VAN DE AMBTENAREN VAN DE BURGERLIJKE STAND. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 135