14 13 JANUARI 1965. Recente bevolkingscijfers, zoals gezegd, wijzen er echter op, dat deze nog onvoldoende is. Wij zullen daarom onvermoeid doorgaan met het treffen van voorzie ningen om Breda tot een krachtig werkgelegenheidscentrum te maken voor West- en een gedeelte van Midden-Brabant en wij zullen ook onze concurrentie-positie in het algemeen, in leefklimaat maar ook in woon gelegenheid, service en last not least grondprijzen moeten verstevigen. Een belangrijke stap in deze richting werd reeds gezet in 1964 door het gereedkomen van de opgespoten industrie-terreinen in het noordelijk stadsdeel: Emer, Krogten-Noord en Doornbos-Oost, tezamen ongeveer 100 ha. De trage gang van zaken bij het verlenen van rijksgoedkeuringen ener zijds en de prijsontwikkeling in de sector van het onroerend goed ander zijds oefenen een ernstige belemmering uit op onze activiteit op het gebied van de verruiming van de werkgelegenheid. Met des te meer in spanning zal derhalve de BRIM haar acquisitie voeren, want behalve de verruiming van het aantal arbeidsplaatsen zal, zoals aangetoond, ook door aantrekking van nieuwe industrieën de werkgelegenheid verruimd moeten worden en wel zo gedifferentieerd mogelijk. Bezien wij de werk gelegenheid in een ruimer kader en groeperen wij de cijfers betreffen de bevolkingsgroei en werkgelegenheid van de gemeenten die behoren tot de Baronie en het overlegorgaan dan zien wij naast een toename van de bevolking van 165.577 personen in 1950 tot 206.662 personen in 1963 (een stijging derhalve van 41.085 personen) de werkgelegenheid in deze gemeenten stijgen van 15.029 arbeidsplaatsen in 1950 tot 23. 385 arbeidsplaatsen in 1963. Een toename derhalve van 8. 336 arbeidsplaat sen (waarvan 2865 te Breda). Wat nu de functie binnenstad betreft spreekt vanzelf dat deze bevol kingsgroei en deze toenemende werkgelegenheid uiteraard hun conse quenties ten aanzien van de centrumfunctie van Breda hebben. De functie van de Bredase binnenstad als centrum noodzaakt tot herori ëntatie ten aanzien van de ruimtelijke indeling van de city teneinde tot betere ontplooiing van dit stadsdeel te komen. In verband hiermede is de raad op 12 februari j. 1. akkoord gegaan met het voorstel om aan de N. V. Mij. voor Projectontwikkeling "Empeo" opdracht te geven tot het instellen van een structuur- en verkeersonderzoek naar de totale regio nale functie van de gemeente Breda, teneinde - in eerste instantie - tot een verantwoord en economisch realiseerbaar plan te komen voor het saneringsgebied Leuvenaarstra at - Middellaan. Dit alles in nauwe samenwerking en sterk begeleid door de afdeling stadsontwikkeling van de dienst van openbare werken. Het onderzoek, dat in de afgelopen maanden september en oktober met een verkeerswaarneming is aange vangen, te vervolgen met een analyse van het winkelbestand, zal naar verwachting eind 1965 worden afgesloten. DE WONINGVOORRAAD Sinds 1960 is de woningvoorraad gestegen van 26.137 tot 29.083 dus met ruim 3.000 woningen. Na de oorlog is de woningvoorraad derhalve met ruim 12.000 woningen toegenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 14