151 14 APRIL 1965. komt deze ook zeer goed tot zijn recht. Deze zal er op 5 mei a. s. toe bijdragen, dat de uitreiking van de Schumannprijs weer een buitenge woon accent krijgt. Het is de raad bekend, dat Breda, tezamen met de industrie, regelmatig deelneemt aan de Foire in Orange. Verwacht kan worden dat Dillenburg in 1967 op zeer uitzonderlijke wijze jumelage zal vieren met een aanzienlijk hoger bedrag. Wanneer het nu dus gaat over een ontmoeting op zeer bescheiden voet, in samenwerking met de militairen, met een stad op 60 kilometer afstand, waaraan ook de jeugd veel genoegen zal kunnen beleven, dan is deze "uithollende" gedachte uit de raad spreker niet erg welkom. Hetgeen de opponent niet behoeft te weerhouden ze te uiten. Maar van de voorzitter van de stichting mag geen ander geluid worden verwacht. Uit de documentatie over de Neder landse jumelages blijkt bovendien, dat Breda verhoudingsgewijs heel be scheiden voor de dag komt. Spreker herhaalt, dat het om een gei'nsti- tutioneerde zaak gaat, en hij onderstreept, dat de raad zich tot taak moet stellen dit op de jeugd en de burgerij uit te dragen. Dit is vorig jaar ge daan met het Bredaas Mannenkoor, dat er zelfs nog vele duizenden gul dens voor over had, en gehoopt wordt, dat de kennismaking van de jeugd met de Belgische buren op den duur zal moeten beantwoorden aan de doelstelling. Het moet geen zaak blijven van de gemeentebesturen al leen. De heer ZIJTREGTOP herhaalt, dat hij tegen het nu gevraagde krediet op zich geen bezwaar heeft, geen enkel bezwaar zelfs, maar dat hij al leen vreest, dat de kosten van deze activiteit belangrijk zullen gaan groeien. Deze vrees is eigenlijk al bevestigd, want de voorzitter heeft in zijn antwoord al medegedeeld, dat Dillenburg, een kleine partner van deze groep, straks bedragen zal gaan besteden, die ver boven het nu aan de orde zijnde bedrag zullen uitgaan. In die verhouding zou Breda straks wel een miljoen op tafel moeten gaan leggen, wil Breda in deze relatie verhoudingsgewijs mede gaan spelen. Als het zo zou moeten worden, zegt spreker nee. Dan moet er nu al gekapt worden, anders worden er ver wachtingen geschapen, waaraan nooit zal kunnen worden voldaan. De VOORZITTER merkt op, dat het plan van Dillenburg wordt uitge voerd in samenwerking met land en provincie. Dat wil in het geheel niet zeggen, dat men elkaar nu moet gaan overbieden. Dat zit er echt niet in en dat staat het bestuur ook goed voor ogen. Weliswaar vond de stichting de eerste keer op grootse wijze plaats, maar dat zal in de toe komst niet het geval zijn. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 41. BENOEMING DIRECTEUR GEMEENTELIJKE SOCIALE DIENST. De VOORZITTER acht, nu de raad voltallig is, het moment gekomen om over te gaan tot de stemming voor de benoeming van een directeur van de gemeentelijke sociale dienst. De heer BROEDERS wilde een vraag stellen, niet over de voordracht, maar wel naar aanleiding daarvan. Spreker heeft vandaag een brief ont vangen, die ook aan burgemeester en wethouders was gericht, van een der sollicitanten. Hij weet niet hoe het met de andere sollicitanten is gegaan, maar samengevat uit de onderhavige brief gaat het hier om,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 151