166 12 MEI 1965. De heer BROEDERS zegt dat deze inderdaad niet tot een besluit heeft geleid. De heer Vis heeft aan verzenden door de raad duidelijk vastge houden. Men moet de notulen verder lezen, niet een enkel stukje. Hierna worden de stukken onder 2a tot en met 2k voor kennisgeving aangenomen. 21. ANTWOORDEN OP DOOR RAADSLEDEN GESTELDE VRAGEN. VRAAG. De heer MENDES zegt dat een zijstraat van de Konijnenberg, name lijk de Lijndonk in de Krogten nog geheel zonder straatverlichting is. Aan het eind van de Lijndonk bevindt zich het jong bedrijf van Foster Grant, waarvoor men zich veel moeite gegeven heeft om het naar Bre da te krijgen. Het is 's avonds daar zo donker dat het vrouwelijk perso neel angst heeft om naar huis te gaan. Hij vraagt of het mogelijk is daar enige lichtpunten aan te leggen. ANTWOORDEN. De verlichtingswerkzaamheden als bedoeld door de heer Mendes zul len vermoedelijk in 1966 worden uitgevoerd. Gelet op de urgentie van de werkzaamheden, welke in 1965 uitgevoerd zullen moeten worden is het niet mogelijk de Lijndonk in de Krogten eerder te verlichten. VRAAG. De heer VAN DER WERFF wenst naar aanleiding van de beantwoor ding van de vraag van de heer Verschuren het volgende op te merken. In de gemeente Breda zijn naast de gesignaleerde onverlichte kruispun ten zoals Ettensebaan - Heilaarstraat - Zuilenstraat analoge gevallen bv. het kruispunt verlegde Kloosterlaan en Claudius Prinsenlaan, Zodra deze wegen bruikbaar zijn worden ze voor het publiek opengesteld. Dit is naar zijn mening juist, doch de verlichting is dan nog niet aangebracht. Spreker vraagt of het niet gewenst is op dergelijke verkeerskruispunten een noodverlichting aan te leggen en of voor deze noodverlichting niet een mobile set realiseerbaar zou zijn. Ook in de nieuwe wijken zouden deze sets goede diensten kunnen bewijzen. ANTWOORD. Mobile sets voor straatverlichting bestaan niet. Er wordt zoveel als maar mogelijk is voor gezorgd, dat er op de gewenste punten straatverlichting is, zodra de bebouwing gereed komt. Het is oneconomisch met noodverlichting te werken, hoewel de mogelijkheid daartoe vrijwel steeds aanwezig is, omdat de benodigde kabels wel tij dig worden gelegd. Alleen, indien zulks strikt noodzakelijk is wordt noodverlichting ingeschakeld; immers, deze inschakeling vergt extra arbeid en materiaal, wat nuttiger kan worden aangewend voor het tref fen van definitieve voorzieningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 166