170 12 MEI 1965„ De heer LOUS merkt op dat verkeerslichten bij de huidige situatie van het verkeer natuurlijk dringend noodzakelijk zijn. Hij is echter wel een beetje geschrokken van het grote bedrag; 135. 500, - is ont zettend veel. Hij heeft dit na willen slaan, doch miste een specificatie. Wethouder VERMEULEN kan het er met de heren Koertshuis en van Duijl over eens zijn dat het prettig en gewenst zou zijn om de Claudius Prinsenbrug bij de koppeling te betrekken, doch dit is technisch onmo gelijk. De afstand tussen de Claudius Prinsenlaan en de Vierwinden- brug is zodanig groot dat als het kruispunt gekoppeld wordt aan de Vier- windenbrug voor het dwarsverkeer een volkomen onevenwichtige situ atie wordt gecreëerd. Dit is dan ook het grondmotief waarom geen door koppeling is toegepast. Als men door het verkeerslicht aan de Vierwindenstraat kan rijden en een bepaalde snelheid aanhoudt kan er met grote zekerheid op worden gerekend dat bij de Wilhelminabrug niet moet worden gestopt. De kop peling van het kruispunt Claudius Prinsenbrug aan het kruispunt Igna- tiusstraat is evenmin mogelijk. Wel een koppeling verder naar de Te- teringenstraat en de Willemstraat. Dit zijn alle technische moeilijk heden verband houdende met afstand en tijd. Spreker is verbaasd over de opmerking van de heer Lous, niet zo zeer dat hij het een groot bedrag vindt, maar wel dat hij elke specificatie heeft gemist. Bij zijn weten lag er een zeer uitgebreide specificatie ter inzage. Zij was er ook in de vergadering van de afdeling van open bare werken. De heer LOUS zegt dat er een specificatie was van drie verschillen de methoden. Wethouder VERMEULEN zegt dat dit een volledige specificatie was van drie verschillende methoden, waarvan er een - nl. het systeem B - is gekozen. Hij zal de kwestie van ter visie leggen nagaan, doch bij zijn weten lag zij er echt bij. De heer KOERTSHUIS zegt dat bij het stellen van zijn opmerkingen zijn gedachten zijn uitgegaan naar de koppelingen zoals er elders in den lande, b.v. in Nijmegen en Eindhoven zijn. Het bestaan van tech nische moeilijkheden was hem niet bekend. Wethouder VERMEULEN deelt mee dat, om dit te kunnen doen, de maximale afstand tussen beide kruisingen ongeveer 600 meter moet zijn. Gaat men daar belangrijk overheen dan wordt het kruisend verkeer ernstig in zijn afwikkeling belemmerd. Wordt de afstand tussen het ene kruispunt en het andere groter dan treedt onevenwichtigheid op» De heer VAN DUUL denkt dat, als hij de wethouder goed heeft be grepen, het niet verkeers-technisch, maar elektrotechnisch onmogelijk is. Dit kan hij zich moeilijk voorstellen, vooral als hij zegt dat bij een afstand van meer dan 600 meter het kruisend verkeer moeilijkheden ondervindt. Men krijgt volgens spreker een groenfase en driemaal achter elkaar de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 170