173 12 MEI 1965. Spreker geeft toe dat het voor de museumdirectie heel erg is als die pro jectielen op de kostbare inhoud terecht zouden komen. Het gaat er hier dus om dat na verloop van enige tijd voor enige duizenden guldens aan ruiten zijn gezet. Anderzijds zijn het middel dat de heer Kramer aan de hand doet, als mede de betreffende motivering, toch niet helemaal adequaat. Het is de bedoeling hier een mooi museum te maken en geen bastion. Het is algemeen bekend dat van wat puntgaaf is, men afblijft. Als een plant soen goed in orde is, dan wordt er niets aan verschandaliseert, maar nauwelijks mankeert er iets aan of men vindt er een uitgangspunt in om de teruggang verder door te zetten. Wethouder VERMEULEN onderstreept de mening van de voorzitter. De heer KRAMER meent dat er bij ieder bouwwerk wel projectielen zullen zijn en er wordt in de stad nogal wat gebouwd. Het is hem niet bekend over welk bedrag beschikt moet worden om de plantsoenen op te knappen, maar hij meent zo in de grootte van 40.000, - a 50. 000 en dat is ook nogal wat. De voorzitter heeft gezegd van iets wat gaaf is blijft men af. Op andere terreinen klopt dit toch niet, dikwijls is een auto die voor de deur staat de andere morgen beschadigd, ook die was eens gaaf. Hij is van mening dat de zaak toch eens moet worden afgewogen. Wethouder VERMEULEN wil hierop antwoorden dat de schade aan de plantsoenen als gevolg van het optreden van de jeugd minimaal is. Die 40. 000, - bestrijden alle kosten, van alle oorzaken bij elkaar. Een groot deel der schade wordt door automobilisten veroorzaakt. Bij de Graaf Hendrik III-laan kan men iedere dag zien dat in allerlei vorm de gazons wordt opgereden. Die moeten ook hersteld worden. Spreker zou het fout vinden als uit de discussie de indruk bleef hangen dat de schade door optreden van de jeugd bijzonder groot zou zijn. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 25. GRENSWIJZIGING TUSSEN TERHEIJDEN, PRINSENBEEK EN BREDA. De heer VIS betuigt namens zijn fractie instemming met het voorstel. Over de mededeling inzake het streekstructuurplan wil hij echter nog iets zeggen. Op 13 mei 1964 heeft de raad het principe-besluit genomen om met Prinsenbeek een grondruil aan te gaan. Toen heeft spreker ge steld graag een afweging te zien van de alte rnatieven die er in het stads gewest nog zijn. Dat heeft er onder meer toe geleid dat er op 10 septem ber 1964 een informatieve raadsvergadering is gehouden waar het streek structuurplan is besproken. Bij spreker heeft toen de indruk postgevat dat het plan bestond, terwijl nu wordt medegedeeld dat er aan de totstand koming met voortvarendheid wordt gewerkt, waardoor bij hem de vraag is gerezen wat er eigenlijk nog ontbreekt waardoor het plan als basis kan dienen voor de beoordeling van de grenswijziging door gedeputeerde sta ten en de minister van binnenlandse zaken. Kunnen er nu nog verande ringen worden aangebracht waar de raad in feite eigenlijk niets van weet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 173