12 MEI 1965. 174 In dit verband acht hij het volkomen gerechtvaardigd - althans zeer goed te begrijpen - dat van de zijde van de minister en van gedepu teerde staten een dergelijk structuurplan als eis wordt gesteld. Spreker herinnert er voorts aan wat hij ook bij de begrotingsbehandeling heeft gezegd, dat het juist bij de behandeling van dergelijke problemen van grote betekenis zou zijn als er op een of andere wijze zou worden ge komen tot een districtsbestuur. Ook heeft spreker destijds het groenplan genoemd, waarover na de begrotingsbehandeling weer een diep stil zwijgen is ontstaan. Bij een inleiding, die Ir.Quené heeft gehouden op de jaarvergadering van de Brabantse Kamers van Koophandel te Tilbiirg heeft hij onder meer gezegd dat het duidelijk is dat de grote steden in Brabant - en hier zal hij de vier grote steden hebben bedoeld - allen het stadium van stadsgewest hebben bereikt op 12 april is de agglomeratieraad in Eindhoven geïnstalleerd, daar heeft men gekozen voor een bovengemeentelijk orgaan via de wet gemeenschappelijke regelingen. In 's-Hertogenbosch heeft men plannen waar de bestuurlijke samenwerking nog wat meer op de voorgrond komt. In Tilburg heeft men middels een streekraad Midden Brabant een samenwerking gevormd zonder gemeenschappelijke regeling. In Breda bestaat het overlegorgaan planologische vraagstuk ken. Naar spreker's gevoel liep Breda wat betreft het overleg van stad- en randgemeenten oorspronkelijk voorop, nu dreigt Breda echter wat achter te raken. Het is spreker duidelijk dat het geen eenvoudige zaak is. In Eindhoven heeft het heel wat voeten in de aarde gehad voordat daar de agglome ratieraad tot stand kwam en in 's-Hertogenbosch zijn er momenteel bij de uitwerking nog wel wat moeilijkheden. Maar zoals de situatie nu is en zich ten aanzien van de stadsgewesten gaat ontwikkelen zal de vorm zoals die er thans in Breda en omgeving is naar spreker's in zicht niet helemaal meer voldoen aan de eisen die gesteld zijn. Hij wil zeer nadrukkelijk in overweging geven dit probleem te bekijken. Hij wil hiermede niet zeggen een pasklare oplossing voor het probleem te hebben. Hij wil ook niet zeggen dat een bepaalde oplossing moet worden gevolgd zoals die in een andere gemeente in Brabant is gevon den. Wel moeten naar zijn mening deze oplossingen worden bestudeerd en ook die, welke eventueel buiten Brabant zijn of worden gevonden. Op 2 juni zijn er verkiezingen voor de Rijnmondraad in Amsterdam bestaan er bepaalde plannen voor een districtsraad, de Zaanstreek heeft een opdracht gegeven aan het instituut voor bestuurswetenschappen, Alkmaar heeft Prof. Prins een opdracht gegeven. Er zijn dus alle mogelijke ontwikkelingen. Het is dus op zijn minst verstandig dat er in Breda op dit probleem wordt gestudeerd en hij beveelt deze studie dan ook in de aandacht aan. De VOORZITTER zegt dat aan een structuurplan, zoals door de pro vincie wordt bedoeld, gewerkt wordt. Bij de uitwerking hievan komt toch wel iets meer om de hoek kijken. De prognoses die daarbij worden aangenomen zijn - ook in het kader van de taken die Breda in de toe komst wachten - gericht op stedebouwkundige en planologische priori teiten. Het gaat niet alleen om de reeksen van te verwachten uitbrei-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 174