175 12 MEI 1965. dingen, ook prioriteiten naar grondgebied en wijken worden bepaald om te kunnen beantwoorden aan de wensen in de toekomst te stellen. Dit is in wording en het resultaat zal nog in de raad ter sprake komen als vervolg wat hierover reeds is medegedeeld. Wat betreft de instelling van een stadsgewest wil spreker zeggen dat ieder stadsgewest verlies van autonomie betekent en zulks met name voor de grote stad. Ook de grote stad onderwerpt zich aan het orgaan wat buiten de gemeenteraad werkzaam is en min of meer dwingend zijn visies produceert en wakker maakt. En nu meent hij dat niet he lemaal zonder dwingende redenen - want in dit "vak" zijn ook wel eens modes - tot nieuwe vormen moet worden overgegaan, welke dus door gemeenschappelijke regelingen zouden moeten worden uitge werkt. De heer Vis sprak ook over het overlegorgaan. Dit kan spreker onder schrijven, het overlegorgaan, zoals het er nu is, beantwoordt niet meer aan de eisen en wensen zoals die hier leven. Het overlegorgaan heeft echter zeer verdienstelijk gewerkt. In de Baronie wordt aan een nieuwe structuur gewerkt. De Baronie van Breda is naar spreker's mening ook op de huidige dag nog een afgerond gebied en een economische eenheid. Deze eenheid moet middels het te reconstrueren overlegorgaan worden aangepakt. Middels deze re constructie wordt gewerkt aan meer gegarallelliseerde werkzaamheden en inzichten. Anderzijds wil hij nogmaals onderstrepen dat al die bovengemeentelijke organisaties verlies zijn van zeggenschap en met name van de eigen stad die zich onderwerpt en in die raad altijd een minderheid uitmaakt. Hij weet niet of het wel zo nastrevenswaardig is om als het niet nodig is, hiertoe over te gaan. Wanneer wordt ge keken naar het besluit over Prinsenbeek dan is bekend dat Breda althans op dit punt zijn zin krijgt en dat tot 1985 op ongestoorde en grootse wijze verder kan. Tot slot zegt spreker dat hij hoopt dat op korte ter mijn nadere preciseringen van het structuurplan zullen worden aange boden. Wethouder VERMEULEN wil hier een kleine opmerking aan toe voegen. Hij gelooft dat het woord streekstructuurplan in dit stuk een beetje te grootse verwachtingen wekt. Het punt is aan de orde geko men bij de grenswijziging met Prinsenbeek; er was een oud structuur plan 1960/61 waarin de potentiële woongebieden stonden en bij die woongebieden was toen nog genomen Princenhage Noord en de Rith. Princenhage Noord is door gedeputeerde staten afgevoerd omdat het tuingebied moet blijven. De Rith, welk gebied nu naar Prinsenbeek overgaat, krijgt de bestemming van tuinbouwgebied. Twee potentiële woongebieden zijn dus van bestemming veranderd. Vraag is hoe de agglomeratie de toen als woongebieden opgegeven plaatsen denkt te vervangen, probeer hier maar eens suggesties over te krijgen. Breda zit enorm in tijdnood en voor een goed structuurplan zou toch eigenlijk wel een sociografisch onderzoek nodig zijn, het geen vrij veel tijd vergt. Planologen van de verschillende gemeenten zijn bij elkaar gekomen en zij hebben nu de alternatieve woongebie den in de agglomeratie Breda aangewezen. En zulks niet alleen voor de gemeente Breda maar ook voor de aangrenzende gemeenten. Die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 175