192 23 JUNI 1965. welk gedeelte van de Laan van Mertersem werd bedoeld. Spreker wil dit nu nog eens herhalen; het gaat om het gedeelte, gelegen tussen de Dr. Struyckenstraat en de Scharenburgstraat. Momenteel worden daar de auto's op de trottoirs geparkeerd. ANTWOORD. De enorme groei van het autobezit schept in vele straten een parkeerpro - bleem. Wij hebben opdracht gegeven de parkeersituatie in de gehele stad te bezien en aan de hand daarvan een urgentieplan voor het treffen van parkeervoorzieningen te ontwerpen. VRAAG. De heer ZIJTREGTOP zou gaarne zien, dat burgemeester en wethou ders meer aandacht zouden wijden aan het parkeren van auto's op die wegen en gedeelten van wegen, waar zij het verkeer in gevaar brengen. Spreker denkt aan twee soorten van wegen: in de eerste plaats de zeer nauwe straten, waar aan beide zijden geparkeerd kan worden en niet al leen in de nieuwe stadsgedeelten, maar ook in de oude stadsgedeelten, waar men aan beide zijden parkeert, en waar dan een auto niet of amper tussendoor kan. Een ander aspect zijn bochten in bepaalde straten, ook nieuwe, waarin het parkeren gevaar oplevert, zoals de bocht in deVives- laan, de bocht bij de Teolinfabriek in de Poolseweg en de Kennedylaan, een levensgevaarlijke weg. Spreker verzoekt daarom aandacht voor parkeerordenende maatregelen. ANTWOORD. Voor antwoord op deze vraag moge verwezen worden naar het antwoord op een vraag van de heer Marijnissen van dezelfde strekking. VRAAG. De heer BA YENS merkt op, dat het autoverkeer onvoorstelbaar toe neemt. Vooral in de komende maanden zal dit het geval zijn. Hij vraagt naar de wenselijkheid om op de meest drukke punten de stoplichten ook des nachts te laten functioneren, of tenminste te laten werken van des morgens 6 tot des nachts 24 uur. ANTWOORD. Het autoverkeer neemt inderdaad steeds toe. Deze toename van het ver keer is in de late avonduren echter niet zodanig, dat de verkeerslichten- installaties reeds nu langer in bedrijf moeten worden gehouden. VRAAG. De heer BA YENS zegt, dat op verschillende punten in de stad ver keerslichten zijn aangebracht voor voetgangers. Hierbij is gebleken, dat de tijd, gegeven voor het oversteken zo kort is (vooral voor bejaarden), dat men nauwelijks de overkant van de straat of de weg kan bereiken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 192