194
23 JUNI 1965.
uitbreidingsplannen het bouwen zonder vergunning en de onordelijke
toestanden, welke hierdoor dreigen te ontstaan, zoveel mogelijk te
gen te gaan is door openbare werken, afdeling bouw- en woningtoe
zicht, een onderzoek dienaangaande ingesteld.
Hierbij werden de betrokken bewoners er mondeling op gewezen.dat
zij door het plaatsen zonder vergunning van voortuinhekken, -af
scheidingen en overige bouwsels in strijd hebben gehandeld met de
bepalingen van de bouwverordening en dat betreffende het geplaat
ste een nader schrijven van de directeur van openbare werken zou
volgen.
De bewoners van de betrokken panden hebben door het aanbrengen
zonder vergunning van voornoemde hekken, afscheidingen en bouw
sels, gehandeld in strijd met de bepalingen van de bouwverordening
voor de gemeente Breda, met name artikel 21 (bouwen zonder ver
gunning) en/of artikel 105 (welstandsbepaling), terwijl de bewoners
van gemeentewoningen tevens in strijd hebben gehandeld met het be
paalde in de artikelen 13 en 14 van het huurcontract, dat het op
richten van enig bouwsel zonder voorafgaande schriftelijke toestem
ming van de directeur van openbare werken verbiedt.
2. Een ieder wordt geacht een algemeen geldend voorschrift als de
bouwverordening te kennen. Verder lijkt het ons overbodig de huur
ders van gemeentewoningen apart en uitdrukkelijk op genoemde ar
tikelen 13 en 14 van het huurcontract te wijzen.
3. Het is niet zo dat alle erfafscheidingen (in vóór- of achtertuin), die
afwijken van de door de gemeente gemaakte (in vóórtuinen: beton-
randen en in achtertuinen: palen met glad draad en ligusterbeplan
ting) per se ontoelaatbaar zijn. Bij de beoordeling zal worden gelet
op de welstandseisen, derhalve op de vraag of de afscheiding har
monieert met bestaande, toegestane, afscheidingen en met name het
open karakter van het uitbreidingsplan onaangetast laat.
Rekening houdende met de omstandigheid dat velen in feit toch niet
op de hoogte zijn van de onderhavige voorschriften, zal aan hen die
in strijd hiermede afscheidingen en bouwsels hebben geplaatst, de
gelegenheid worden gegeven alsnog een bouwaanvrage in te dienen,
waarop dan een beslissing van ons college volgt. Hierdoor wordt be
reikt dat verantwoorde afscheidingen en andere bouwsels gehand
haafd kunnen blijven en geen standaardoplossingen behoeven te wor
den aangegeven. Bij een afwijzende beschikking zal tot slopingmoe-
ten worden overgegaan. Het geven van - enkele - standaardoplos
singen, op zich reeds praktisch ondoenlijk, zou de persoonlijke vrij
heid in keuze onzes inziens te zeer beperken. Wel zullen, op ad
vies mede van de welstandsadviseur, inzake de maximaal toelaat
bare hoogte der afscheidingen richtlijnen worden vastgesteld.
4. De toestanden, welke in andere woonwijken langzamerhand gegroeid
zijn, laten vaak ook veel te wensen over. Een uitgebreid onderzoek
is daar echter nog niet ingesteld. Op dit punt zullen wij nog over
wegen wat voor maatregelen te nemen. In duidelijk in het oog lo
pende gevallen van clandestiene, storende bouw zal uiteraard voor
ingrijpen dezerzijds grond bestaan.