201
23 JUNI 1965.
Ook burgemeester en wethouders betreuren het dat de 14-klassige scho
len niet kunnen worden uitgevoerd. Het kan echter nu zijn voordeel
vinden in het feit omdat het door de bouwonderneming ingediende plan,
niet de goedkeuring kan verkrijgen, omdat het op een bepaald punt in
strijd met het bouwbesluit was gehandeld. Wijziging van het bouwplan
moet volgens deskundigen binnen een vrij korte termijn onmogelijk
worden geacht om het tegelijk met de stroom, waarin het moet wor
den mede gebouwd, klaar te krijgen.
Spreker moet er nog aan toevoegen dat tot op heden de rijksgoedkeu
ring nog niet is verkregen en dat er geruchten zijn, die zeggen dat de
rijksgoedkeuring niet gemakkelijk zal worden verkregen, omdat lande
lijk bezien de uitgifte van goedkeuringen voor deze scholenbouw groot
is geweest dat in Den Haag de kraan is dichtgedraaid. Of deze geruch
ten juist zijn wordt momenteel nog onderzocht.
Zo dit juist zou zijn, en er door het gemeentebestuur niets meer aan
veranderd zou kunnen worden, dan komt natuurlijk de vraag aan de
orde of het mogelijk zou zijn een 14-klassige school te bouwen. Spre
ker besluit met de opmerking dat hij optimistisch wil blijven door te
veronderstellen dat de kraan weer open zal gaan.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
19. VERHOGING WEKELIJKSE LESUREN, BEDOELD IN ARTIKEL 104
BIS LAGER-ONDERWIJSWET 1920 VOOR G. L. O.
De heer VIS deelt mede dat zijn fractie zich met het voorliggende
voorstel van burgemeester en wethouders momenteel wel kan vereni
gen.
Hij zou echter graag toch enige opmerkingen willen maken.
Dit voorstel, zo zegt spreker, betekent, dat wordt teruggekomen op
een voorstel van 15 juli 1964, dat aanzienlijk verder ging. Oorspron
kelijk was het n. 1. de bedoeling dat er voor 15 uur lichamelijke op
voeding op de openbare lagere scholen gelden beschikbaar zoudenwor-
den gesteld. Thans zijn dit slechts 7 uur en dat is een aanzienlijke ver
mindering.
De eerste vraag, die bij spreker rijst is hoe de verhouding is tot het
aantal verplicht te geven uren lichamelijke opvoeding,inclusief het
zwemmen. Aan de hand van hem ter beschikking staande gegevens is
dat zo ongeveer 22 uur. Dit betekent dat de vakleerkracht voor licha
melijke opvoeding een derde gedeelte van de verplichte uren zal gaan
vervullen. Het is algemeen bekend, zo zegt spreker, dat de lichame
lijke opvoeding van bijzonder grote betekenis is en hij vindt het dan
ook jammer dat slechts met 7 uur zal moeten worden volstaan.
Hij noemt de motivering in het voorstel van burgemeester en wethou
ders, en daarover is ook reeds in de afdeling voor het onderwijs gespro
ken, niet erg bevredigend, zelfs bepaald onvoldoende. Er wordt n. 1.
de indruk gevestigd alsof het niet doorgaan van het gentleman's agree
ment de oorzaak is van deze teruggang. Ongetwijfeld zal deze er wel
iets mede te maken hebben, maar voorzover spreker het heeft begre
pen is dit toch niet het belangrijkste argument.
Hij wil geen enkel oordeel uitspreken over het niet doorgaan van het