210
23 JUNI 1965.
31. VERKOOP GARAGE CHR. HUYGENSSTRAAT 37.
32. VEREFFENING HERSTELKOSTEN CENTRALE VERWARMINGSINSTAL
LATIE CENCO INSTRUMENTEN MIJ. N. V.
33. OVERBOEKING SALDO GEMEENTEREKENING VAN HET DIENSTJAAR
1963.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
34. NOTA OVER HERVERDELING INVESTERINGSVOLUME 1965.
De heer VIS zegt dat bij vergelijking van het oorspronkelijke inves
teringsplan met het herziene investeringsplan 1965 er vrij grote verschil
len zijn te constateren, die lopen in de honderdduizenden guldens. Nu is
de raad hierover niet zo gauw van zijn stuk te brengen, doch hij heeft wel
erg node een memorie van toelichting gemist op deze wijzigingen.
Spreker zou burgemeester en wethouders eigenlijk willen voorstellen dit
stuk aan te houden en in de volgende vergadering te behandelen nadat de
raad kennis heeft kunnen nemen van de memorie van toelichting.
Wethouder MEIJS zegt dat de heer Vis gelijk heeft. Aan de raadsleden
is geen memorie van toelichting gezonden, omdat er oorspronkelijk geen
memorie van toelichting bij de nota was gemaakt. Op verzoek van dele
den van de afdeling financiën is na de vergadering deze memorie nog
toegezonden. Spreker zou het jammer vinden indien thans deze nota zou
moeten worden aangehouden omdat niet de gehele raad de memorie heeft
ontvangen.
Hij stelt de raad voor thans de nota te behandelen onder toezegging dat
alsnog deze toelichting zal worden toegezonden.
De heer VIS wil hiermede wel akkoord gaan mits voor de raad demo
gelijkheid blijft bestaan om het investeringsplan, zo er aanleiding voor
blijkt te zijn, te wijzigen.
De VOORZITTER is van mening dat dit voorstel gemakkelijk te aan
vaarden is, omdat de specialisten van de afdeling van de memorie van
toelichting kennis hebben kunnen nemen.
De heer KROON deelt mede, dat de memorie pas gisteravond is ont
vangen en dat het hem niet mogelijk is geweest deze in zo'n korte tijd
nog te bestuderen.
De heer ZIJTREGTOP zegt het met de opmerking van de heer Kroon
ook niet eens te kunnen zijn. Hij heeft de stukken op maandagavond ont
vangen en heeft dus nog de gelegenheid gehad die stukken te bestuderen
om de nodige opmerkingen in zijn fractie te brengen. Hij moet echter
wel bekennen, dat zijn studie niet helemaal grondig geweest kan zijn.
Hij zou het daarom prettig vinden de mogelijkheid te hebben om indrin
gende gevallen er de volgende keer op terug te komen. Spreker gelooft
echter niet dat op belangrijke punten tot wijziging behoeft te worden over
gegaan.