214
23 JUNI 1965.
Op de tweede plaats is bij hem en nog andere leden van de fractie de
vraag gerezen of het niet redelijk zou zijn dat niet alleen burgemeester
en wethouders, maar ook de raadsleden onder deze dekking zouden val
len. Persoonlijk heeft hij een ongevallenverzekering waarbij hij gedekt is
tegen een ongeval bij de uitoefening van zijn beroep. Indien hem een
ongeval als raadslid zou overkomen, dan is zijn polis onvoldoende. Daar
om kan hij zich voorstellen dat het onredelijk zou zijn de schade, die de
leden van de raad zouden kunnen oplopen, door de gemeente gehonoreerd
zullen gaan worden.
Mevrouw VAN MIERLO heeft bezwaar tegen de terminologie in het
voorstel n. 1. "het gemeentebestuur". Hiermede geven burgemeester en
wethouders de raad de lepel in de mond om met het voorstel van de heer
Zijtregtop akkoord te gaan. Volgens artikel '1 van de gemeentewet be
staat het bestuur van de gemeente uit een raad, een college van burge
meester en wethouders en een burgemeester.
Wethouder MEIJS is momenteel niet geïnformeerd over datgene wat
in 1954 zou zijn geregeld. Uit de stukken blijkt hem dat het voorstel niet
in een afdeling van de raad is behandeld. Zo de vraag in deze vergade
ring was gesteld dan had spreker zich hierover kunnen oriënteren.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Zijtregtop over zijn onge
vallenpolis deelt hij nog mede, dat dit ondervangen kan worden.
De raad zal wel willen aannemen dat burgemeester en wethouders veel
voor de gemeente doen, doch zij hebben ook nog tijd buiten de gemeen
tewerkzaamheden. Daarom hebben burgemeester en wethouders zich bij
verzekerd en door een minimale verhoging hebben zij deze verzekering
kunnen uitbreiden voor overkomen ongelukken buiten diensttijd.
De VOORZITTER wil aan deze woorden nog iets toevoegen. Iedereen
weet dat het hier risico's betreffen, die echt niet irreeel zijn.
In het nabije verleden is een bestuurder nog een ernstig ongeluk overko
men. Hij wil de raad bovendien nog opmerkzaam maken dat er niet al
leen kwantitatieve, maar ook kwalitatieve verschillen zijn in dit opzicht.
Op grond daarvan menen burgemeester en wethouders de verzekering te
moeten beperken tot de leden van hun college.
Naar spreker's oordeel kwantitatief, omdat de leden van burgemeester
en wethouders in en buiten diensttijd grote risico's lopen om een onge
val te krijgen. Hij wijst op de wethouder van openbare werken die door
zijn mobiliteit en vele diensturen en het meedoen aan het verkeer grote
risico's loopt. Ook kwantitatief is naar zijn mening de raad in zijn ge
heel en ieder raadslid afzonderlijk een echt politiek college dat er voor
moet waken een ambtelijke status te krijgen.
Spreker gelooft niet dat het ergens zo geregeld is, dat de raadsleden op
dezelfde wijze als burgemeester en wethouders een ongevallenverzekering
te krijgen.
Wethouder MEIJS deelt nog mede, dat de voorzieningen voor burge
meester en wethouders niet zo kunnen zijn als voor de ambtenaren, om
dat zij geen ambtenaren zijn.