227 14 JULI 1965. Het open terrein aan de Vestkant, voormalige boerderij en gemeente eigendom, grenzend aan het terrein waarop Fokkema ingevolg de bij besluit van 27-12-1965 no. 1/8753 verleende hinderwetsvergunning zijn bedrijf exploiteert, is wederrechtelijk door Fokkema in gebruik genomen; dit zal worden verboden. Er wordt overigens niet geheel voldaan aan de aan de hinderwetsvergunning verbonden voorwaarden. De gebr. Fokkema zullen hierop worden gewezen en hun zal worden gelast aan de gestelde voorwaarden (o. a. afscheiding hoog 1. 80 m) te voldoen. VRAAG. De heer KOERTSHUIS zegt dat enige jaren geleden van het pand Justinus van Nassau aan de zijde van de Cingelstraat de bepleistering is verwij derd. De daaronder aanwezige steentjes werden toen zichtbaar en omdat deze een fraaie aanblik boden meende hij dat dit een onderdeel van de restauratie was. Hij betreurt het daarom dat zij nadien toch weer werden bepleisterd, zodat het pand niet in zijn originaliteit te voorschijn kwam. Hij vraagt waarom dit is gebeurd, temeer daar bij de restauratie van het pand de Arend hetzelfde heeft plaats gevonden. Ook hiervan zou hij graag de oorzaak vernemen. ANTWOORD. Het pand Justinus van Nassau werd omstreeks 1800 verbouwd en beplei sterd. Voor dit pand heeft monumentenzorg de bepleisterde gevels als historisch verantwoord voor de restauratie genomen en de bepleistering verplichtend gesteld. In het bestek van de restauratie van het huis '"De Arend" is bepaald, dat de gevels worden bepleisterd en ook nog worden geschilderd. De wand aan de Schoolstraat behoorde vroeger bij verschillende pandjes, verschillend in hoogte en gevelsteen (Kleur). De gegevens hierover zijn historisch niet vaststaand. Bekend is, dat de geveltjes gelijk getrokken zijn op het einde van de 18e eeuw en toen bepleisterd zijn. Monumentenzorg heeft de toestand van het einde 18e eeuw als historisch verantwoord uitgangspunt genomen voor restaurantie. Een uitzondering is gemaakt voor de topgevel aan de Reigerstraat, waar over voldoende gegevens bekend waren. De heer MARIJNISSEN vraagt of het mogelijk is groenfases voor voetgan gers bij de verkeersinstallaties nabij de Bosschebrug en Mauritsbrug iets te verlengen. Spreker heeft het persoonlijk ervaren dat men een hardlo per moet zijn om tijdig te kunnen oversteken. Ook in de plaatselijke dag bladen is hierop geattendeerd. ANTWOORD. Voor antwoord mogen wij verwijzen naar het uitvoerig antwoord, dat wij in de raadsvergadering van juni j. 1. op een vraag van gelijke strekking van de heer Bayens hebben gegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 227